Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. match:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Match:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor match (Nederlands) in het Duits

match:

match [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de match
    Match; Spiel; der Kampf; der Wettkampf
    • Match [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Spiel [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kampf [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Wettkampf [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor match:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kampf match botsing; conflict; gevecht; kamp; onenigheid; oorlog; ruzie; slag; strijd; twist; veldslag; worsteling
Match match
Spiel match Game; beurt; concours; game; opvoering; parade; partij; pot; rondje; show; spel; spelletje; staatsie; strijd; vertoning; voorstelling; wedstrijd
Wettkampf match concours; gevecht; kamp; partij; pot; strijd; wedstrijd; worsteling

Verwante woorden van "match":

  • matchen

Wiktionary: match


Cross Translation:
FromToVia
match Spiel match — sporting event
match Konkurrenz-Prüfung; Preisausschreiben; Wettbewerb concoursaction de tendre vers un même but, de coopérer.



Duits

Uitgebreide vertaling voor match (Duits) in het Nederlands

Match:

Match [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Match (Spiel; Kampf; Wettkampf)
    de match
    • match [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Match:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
match Kampf; Match; Spiel; Wettkampf