Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
-
dissociëren:
-
Wiktionary:
dissociëren → dissoziieren, in seine Teile zerlegen, in Einzelteile erlegen, zergliedern, auseinander nehmen
-
Wiktionary:
Nederlands
Suggesties voor dissociëren in het Nederlands
Spelling Suggesties voor: dissociëren
Wiktionary: dissociëren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• dissociëren | → dissoziieren; in seine Teile zerlegen; in Einzelteile erlegen; zergliedern; auseinander nehmen | ↔ dissocier — séparer des éléments qui étaient associés. |
Computer vertaling door derden:
Duits
Suggesties voor dissociëren in het Duits
Spelling Suggesties voor: dissociëren
Computer vertaling door derden: