Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. dikte:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dikte (Nederlands) in het Duits

dikte:

dikte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de dikte (lijvigheid)
    der Umfang; die Korpulenz
    • Umfang [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Korpulenz [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. de dikte (zwelling; bolling; steenpuist; )
    die Aufgeschwollenheit; die Beule; die Schwellung; die Aufgedunsenheit

Vertaal Matrix voor dikte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aufgedunsenheit bobbel; bolling; buil; bult; dikte; opgezwollen plek; steenpuist; zwelling
Aufgeschwollenheit bobbel; bolling; buil; bult; dikte; opgezwollen plek; steenpuist; zwelling
Beule bobbel; bolling; buil; bult; dikte; opgezwollen plek; steenpuist; zwelling beurse plek; bluts; bobbel; bolling; buil; bult; deuk; instulping; knobbel; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; zwelling
Korpulenz dikte; lijvigheid corpulentie; dikheid; gezetheid; lijvigheid; zwaarlijvigheid
Schwellung bobbel; bolling; buil; bult; dikte; opgezwollen plek; steenpuist; zwelling bobbel; bolling; buil; bult; glooiende heuvel; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; verdikking; zwelling
Umfang dikte; lijvigheid bereik; corpulentie; gezetheid; lijvigheid; zwaarlijvigheid

Verwante woorden van "dikte":

  • diktes

Wiktionary: dikte


Cross Translation:
FromToVia
dikte Dicke; Dichte; Stärke épaisseur — géométrie|fr qualité de ce qui est épais.