Nederlands

Uitgebreide vertaling voor chaotisch (Nederlands) in het Duits

chaotisch:

chaotisch bijvoeglijk naamwoord

  1. chaotisch (rommelig)
    chaotisch; ungeordnet; unordentlich; durcheinander; ungeregelt

Vertaal Matrix voor chaotisch:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chaotisch chaotisch; rommelig asociaal; bandeloos; ongeordend; ongeorganiseerd; ongeregeld; ongesystematiseerd; onmaatschappelijk; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; verwilderd; wanordelijk
durcheinander chaotisch; rommelig asociaal; diffuus; door elkaar; door elkaar heen; dooreen; doorelkaar; geestelijk verward; in de war; ondersteboven; ongeregeld; onmaatschappelijk; onordelijk; ordeloos; overhoop; rommelig; slordig; vaag waarneembaar; verward; wanordelijk; warrig
ungeordnet chaotisch; rommelig asociaal; ongeordend; ongeorganiseerd; ongeregeld; ongesystematiseerd; onmaatschappelijk; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk
ungeregelt chaotisch; rommelig asociaal; ongeregeld; onmaatschappelijk; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk
unordentlich chaotisch; rommelig asociaal; bandeloos; door elkaar; dooreen; flodderig; haveloos; morsig; ongeordend; ongeorganiseerd; ongeregeld; ongesystematiseerd; onmaatschappelijk; onopgeruimd; onordelijk; ordeloos; ranzig; rommelig; slobberig; slodderig; slonzig; slordig; verwilderd; viezig; voddig; vunzig; wanordelijk

Verwante woorden van "chaotisch":

  • chaotische

Wiktionary: chaotisch


Cross Translation:
FromToVia
chaotisch chaotisch chaotic — Filled with chaos
chaotisch chaotisch chaotic — Extremely disorganized or in disarray
chaotisch verwirrend confusing — difficult to understand
chaotisch willkürlich; planlos haphazard — random, chaotic, incomplete
chaotisch chaotisch messy — in a disorderly state; causing mess or confusion; chaotic; disorderly



Duits

Uitgebreide vertaling voor chaotisch (Duits) in het Nederlands

chaotisch:

chaotisch bijvoeglijk naamwoord

  1. chaotisch (unordentlich; ungeordnet; durcheinander; ungeregelt)
    chaotisch; rommelig
  2. chaotisch (ungeregelt; ungeordnet; nachlässig; )
    ongeregeld; slordig; rommelig; onordelijk; wanordelijk; ordeloos
  3. chaotisch (asozial; ungeordnet; ungeregelt; durcheinander; unordentlich)
    asociaal; onmaatschappelijk
  4. chaotisch (unordentlich; ungeordnet; wüst)
    onordelijk; wanordelijk; ordeloos
  5. chaotisch (unbändig; zerzaust; unordentlich; verwildert)
    verwilderd; bandeloos
  6. chaotisch (ungeordnet; unordentlich; nicht organisiert)
    ongeordend; ongesystematiseerd; ordeloos
  7. chaotisch (nicht organisiert; unordentlich; ungeordnet)
    ongeorganiseerd

Vertaal Matrix voor chaotisch:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
asociaal asozial; chaotisch; durcheinander; ungeordnet; ungeregelt; unordentlich
bandeloos chaotisch; unbändig; unordentlich; verwildert; zerzaust frei; ungebunden; zügellos
chaotisch chaotisch; durcheinander; ungeordnet; ungeregelt; unordentlich
ongeordend chaotisch; nicht organisiert; ungeordnet; unordentlich
ongeorganiseerd chaotisch; nicht organisiert; ungeordnet; unordentlich
ongeregeld chaotisch; durcheinander; nachlässig; schlampig; ungeordnet; ungeregelt; unordentlich; unregelmäßig; zerzaust regellos; ungeordnet; ungeregelt; wüst
onmaatschappelijk asozial; chaotisch; durcheinander; ungeordnet; ungeregelt; unordentlich
onordelijk chaotisch; durcheinander; nachlässig; schlampig; ungeordnet; ungeregelt; unordentlich; unregelmäßig; wüst; zerzaust
ordeloos chaotisch; durcheinander; nachlässig; nicht organisiert; schlampig; ungeordnet; ungeregelt; unordentlich; unregelmäßig; wüst; zerzaust
rommelig chaotisch; durcheinander; nachlässig; schlampig; ungeordnet; ungeregelt; unordentlich; unregelmäßig; zerzaust
slordig chaotisch; durcheinander; nachlässig; schlampig; ungeordnet; ungeregelt; unordentlich; unregelmäßig; zerzaust ekelhaft; faul; fett; fettig; fleckig; krätzig; lumpig; räudig; schlammig; schlampig; schlottrig; schmierig; schmuddelig; schmutzig; stinkig; trübe; unordentlich; verkommen; widerlich
verwilderd chaotisch; unbändig; unordentlich; verwildert; zerzaust ungepflegt; unversorgt; vernachlässigt; verwahrlost; verwildert; zerzaust
wanordelijk chaotisch; durcheinander; nachlässig; schlampig; ungeordnet; ungeregelt; unordentlich; unregelmäßig; wüst; zerzaust
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ongesystematiseerd chaotisch; nicht organisiert; ungeordnet; unordentlich

Synoniemen voor "chaotisch":


Wiktionary: chaotisch


Cross Translation:
FromToVia
chaotisch chaotisch chaotic — Filled with chaos
chaotisch chaotisch; onordelijk; wanordelijk; warrig; verward chaotic — Extremely disorganized or in disarray
chaotisch chaotisch; wanordelijk messy — in a disorderly state; causing mess or confusion; chaotic; disorderly