Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- wegrennen:
-
Wiktionary:
- wegrennen → verstecken
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor wegrennen (Nederlands) in het Duits
wegrennen:
-
wegrennen (weghollen; wegstuiven; wegsnellen; wegdraven; weghaasten; wegspoeden; wegijlen)
-
wegrennen (wegijlen; wegspoeden; wegsnellen; weghollen; weghaasten)
-
wegrennen (ontvluchten; vluchten; wegkomen; weglopen; ontsnappen aan; zich vrijmaken; ontkomen; ontglippen)
flüchten; fliehen; entfliehen; fortrennen; entwischen; aussteigen; ausbrechen; ausreißen; durchbrennen; davoneilen-
durchbrennen werkwoord (brenne durch, brennst durch, brennt durch, brannte durch, branntet durch, durchgebrannt)
Conjugations for wegrennen:
o.t.t.
- ren weg
- rent weg
- rent weg
- rennen weg
- rennen weg
- rennen weg
o.v.t.
- rende weg
- rende weg
- rende weg
- renden weg
- renden weg
- renden weg
v.t.t.
- ben weggerend
- bent weggerend
- is weggerend
- zijn weggerend
- zijn weggerend
- zijn weggerend
v.v.t.
- was weggerend
- was weggerend
- was weggerend
- waren weggerend
- waren weggerend
- waren weggerend
o.t.t.t.
- zal wegrennen
- zult wegrennen
- zal wegrennen
- zullen wegrennen
- zullen wegrennen
- zullen wegrennen
o.v.t.t.
- zou wegrennen
- zou wegrennen
- zou wegrennen
- zouden wegrennen
- zouden wegrennen
- zouden wegrennen
diversen
- ren weg!
- rent weg!
- weggerend
- wegrennend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor wegrennen:
Wiktionary: wegrennen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wegrennen | → verstecken | ↔ abscond — to hide (something) |
Computer vertaling door derden:
Duits
Uitgebreide vertaling voor wegrennen (Duits) in het Nederlands
wegrennen:
-
wegrennen (ausreißen)
Conjugations for wegrennen:
Präsens
- renne weg
- rennst weg
- rennt weg
- rennen weg
- rennt weg
- rennen weg
Imperfekt
- rannte weg
- ranntest weg
- rannte weg
- rannten weg
- ranntet weg
- rannten weg
Perfekt
- bin weggerannt
- bist weggerannt
- ist weggerannt
- sind weggerannt
- seid weggerannt
- sind weggerannt
1. Konjunktiv [1]
- renne weg
- rennest weg
- renne weg
- rennen weg
- rennet weg
- rennen weg
2. Konjunktiv
- rennte weg
- renntest weg
- rennte weg
- rennten weg
- renntet weg
- rennten weg
Futur 1
- werde wegrennen
- wirst wegrennen
- wird wegrennen
- werden wegrennen
- werdet wegrennen
- werden wegrennen
1. Konjunktiv [2]
- würde wegrennen
- würdest wegrennen
- würde wegrennen
- würden wegrennen
- würdet wegrennen
- würden wegrennen
Diverses
- renn weg!
- rennt weg!
- rennen Sie weg!
- weggerannt
- wegrennend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor wegrennen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
'm piepen | ausreißen; wegrennen | |
'm smeren | ausreißen; wegrennen |
Synoniemen voor "wegrennen":
Computer vertaling door derden: