Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rat (Nederlands) in het Duits

rat:

rat [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de rat
    die Ratte
    • Ratte [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ratte rat

Verwante woorden van "rat":


Verwante definities voor "rat":

  1. knaagdier dat lijkt op grote muis1
    • er zitten ratten in de sloot1

Wiktionary: rat

rat
noun
  1. een muisachtig knaagdier uit het geslacht 'Rattus
rat
noun
  1. mausähnliches Nagetier

Cross Translation:
FromToVia
rat Ratte; Ratz; Ratze; Rättin; Rattenmännchen; Rattenweibchen rat — rodent
rat Ratte rat — Animal



Duits

Uitgebreide vertaling voor rat (Duits) in het Nederlands

Rat:

Rat [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Rat (Beraten; Ratschlag; Raten)
    het advies; de raad; de raadgeving
    • advies [het ~] zelfstandig naamwoord
    • raad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • raadgeving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. der Rat (Ratschlag)
    de raad; de adviesraad
    • raad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • adviesraad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Rat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
advies Beraten; Rat; Raten; Ratschlag Stellungnahme
adviesraad Rat; Ratschlag
raad Beraten; Rat; Raten; Ratschlag
raadgeving Beraten; Rat; Raten; Ratschlag

Synoniemen voor "Rat":


Wiktionary: Rat


Cross Translation:
FromToVia
Rat advies; raad advice — opinion recommended or offered, as worthy to be followed; counsel
Rat raad council — committee that leads or governs
Rat aanmaning; aansporing; vermaning; waarschuwing; vermaan; advies; raadgeving; raad conseil — Traductions à trier suivant le sens
Rat adviseren; raden; aanraden conseiller — Indiquer à quelqu’un ce qu’il doit faire ou ne doit pas faire. (Sens général).

raten:

raten werkwoord (rate, rätst, rät, riet, rietet, geraten)

  1. raten (vorschlagen; suggerieren; zuraten; )
    adviseren; suggereren; raden; ingeven; iets aanraden
    • adviseren werkwoord (adviseer, adviseert, adviseerde, adviseerden, geadviseerd)
    • suggereren werkwoord (suggereer, suggereert, suggereerde, suggereerden, gesuggereerd)
    • raden werkwoord (raad, raadt, ried, rieden, geraden)
    • ingeven werkwoord (geef in, geeft in, gaf in, gaven in, ingegeven)
    • iets aanraden werkwoord
  2. raten (empfehlen; konsultieren)
    adviseren; aanraden; van raad dienen
    • adviseren werkwoord (adviseer, adviseert, adviseerde, adviseerden, geadviseerd)
    • aanraden werkwoord (raad aan, raadt aan, ried aan, rieden aan, aangeraden)
    • van raad dienen werkwoord
  3. raten (empfehlen; vortragen; vorschlagen; vorbringen)
    aanbevelen; voordragen; aanraden; iemand recommanderen; nomineren
    • aanbevelen werkwoord (beveel aan, beveelt aan, beval aan, bevolen aan, aanbevolen)
    • voordragen werkwoord (draag voor, draagt voor, droeg voor, droegen voor, voorgedragen)
    • aanraden werkwoord (raad aan, raadt aan, ried aan, rieden aan, aangeraden)
    • nomineren werkwoord (nomineer, nomineert, nomineerde, nomineerden, genomineerd)
  4. raten (einflüstern; vorschlagen; anregen; )
    ingeven; influisteren; souffleren
    • ingeven werkwoord (geef in, geeft in, gaf in, gaven in, ingegeven)
    • influisteren werkwoord (fluister in, fluistert in, fluisterde in, fluisterden in, ingefluisterd)
    • souffleren werkwoord (souffleer, souffleert, souffleerde, souffleerden, gesouffleerd)
  5. raten (empfehlen)
    recommanderen
    • recommanderen werkwoord (recommandeer, recommandeert, recommandeerde, recommandeerden, gerecommandeerd)
  6. raten (zuflüstern)
    toefluisteren
    • toefluisteren werkwoord (fluister toe, fluistert toe, fluisterde toe, fluisterden toe, toegefluisterd)

Conjugations for raten:

Präsens
  1. rate
  2. rätst
  3. rät
  4. raten
  5. ratt
  6. raten
Imperfekt
  1. riet
  2. rietst
  3. riet
  4. rieten
  5. rietet
  6. rieten
Perfekt
  1. habe geraten
  2. hast geraten
  3. hat geraten
  4. haben geraten
  5. habt geraten
  6. haben geraten
1. Konjunktiv [1]
  1. rate
  2. ratest
  3. rate
  4. raten
  5. ratet
  6. raten
2. Konjunktiv
  1. riete
  2. rietest
  3. riete
  4. rietenn
  5. rietet
  6. rieten
Futur 1
  1. werde raten
  2. wirst raten
  3. wird raten
  4. werden raten
  5. werdet raten
  6. werden raten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde raten
  2. würdest raten
  3. würde raten
  4. würden raten
  5. würdet raten
  6. würden raten
Diverses
  1. rat!
  2. ratet!
  3. raten Sie!
  4. geraten
  5. ratend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor raten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanbevelen empfehlen; raten; vorbringen; vorschlagen; vortragen anempfelen; anpreisen; empfehlen
aanraden empfehlen; konsultieren; raten; vorbringen; vorschlagen; vortragen
adviseren anregen; ausmachen; bestimmen; empfehlen; ermessen; konsultieren; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorschlagen; zuraten; überschlagen advisieren; anpreisen
iemand recommanderen empfehlen; raten; vorbringen; vorschlagen; vortragen
iets aanraden anregen; ausmachen; bestimmen; ermessen; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorschlagen; zuraten; überschlagen
influisteren anregen; antreiben; aufjagen; einflüstern; eingeben; einhelfen; forttreiben; nötigen; prophezeien; raten; soufflieren; suggerieren; vorhersagen; vorsagen; vorschlagen; vorsichhertreiben; vorwärtstreiben; zuraten
ingeven anregen; antreiben; aufjagen; ausmachen; bestimmen; einflüstern; eingeben; einhelfen; ermessen; forttreiben; nötigen; prophezeien; raten; schätzen; soufflieren; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorhersagen; vorsagen; vorschlagen; vorsichhertreiben; vorwärtstreiben; zuraten; überschlagen anordnen; begeistern; diktieren; einflößen; einflüstern; eingeben; geben; inspirieren; jemandem etwas verabreichen; verabreichen; verordnen; vorschreiben
nomineren empfehlen; raten; vorbringen; vorschlagen; vortragen
raden anregen; ausmachen; bestimmen; ermessen; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorschlagen; zuraten; überschlagen Vermutung anstellen; annehmen; glauben; mutmaßen; schätzen; vermuten
recommanderen empfehlen; raten
souffleren anregen; antreiben; aufjagen; einflüstern; eingeben; einhelfen; forttreiben; nötigen; prophezeien; raten; soufflieren; suggerieren; vorhersagen; vorsagen; vorschlagen; vorsichhertreiben; vorwärtstreiben; zuraten
suggereren anregen; ausmachen; bestimmen; ermessen; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorschlagen; zuraten; überschlagen suggerieren
toefluisteren raten; zuflüstern
van raad dienen empfehlen; konsultieren; raten
voordragen empfehlen; raten; vorbringen; vorschlagen; vortragen Gedichten vortragen; rezitieren; vortragen

Synoniemen voor "raten":

  • anraten; ans Herz legen; empfehlen; nahelegen; Rat geben

Wiktionary: raten

raten
verb
  1. raad geven aan
  2. een vermoeden uitspreken over iets
  3. een gissing maken naar iets

Cross Translation:
FromToVia
raten raadgeven; adviseren; advies geven advise — to give advice to; to offer an opinion; to counsel; to warn
raten gissen; veronderstellen guess — to reach an unqualified conclusion
raten adviseren; raden; aanraden conseiller — Indiquer à quelqu’un ce qu’il doit faire ou ne doit pas faire. (Sens général).
raten doorzien; gissen; raden devinerprédire ce qui doit arriver, découvrir, par des sortilèges, ce qui cacher.

Verwante vertalingen van rat