Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor persoonlijk (Nederlands) in het Duits

persoonlijk:

persoonlijk bijvoeglijk naamwoord

  1. persoonlijk (subjectief)
    persönlich; personenabhängig; subjectiv; relativ gesehen

Vertaal Matrix voor persoonlijk:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
- particulier
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
personenabhängig persoonlijk; subjectief
persönlich persoonlijk; subjectief besloten; eigenhandig; persoonsgebonden; privé; zelf
relativ gesehen persoonlijk; subjectief
subjectiv persoonlijk; subjectief

Verwante woorden van "persoonlijk":

  • persoonlijkheid, persoonlijker, persoonlijkere, persoonlijkst, persoonlijkste, persoonlijke

Synoniemen voor "persoonlijk":


Antoniemen van "persoonlijk":


Verwante definities voor "persoonlijk":

  1. van één persoon, niet van iedereen1
    • dit is het persoonlijke eigendom van Harry1

Wiktionary: persoonlijk


Cross Translation:
FromToVia
persoonlijk höchstpersönlich; persönlich; in Person in person — actually present
persoonlijk in echt; aus Fleisch und Blut in the flesh — with one's own body and presence
persoonlijk persönlich personal — of or pertaining to a particular person
persoonlijk privat private — intended only for one's own use
persoonlijk persönlich personnel — Qui est propre et particulier à chaque personne.

Persoonlijk:

Persoonlijk bijvoeglijk naamwoord

  1. Persoonlijk (Familie en vrienden)

Vertaal Matrix voor Persoonlijk:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Privat Familie en vrienden; Persoonlijk
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Freunde und Familie Familie en vrienden; Persoonlijk
Privat Thuis

Computer vertaling door derden: