Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: oponthoud

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: oponthoud

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

oponthoud:
- Aufenthalt; Aufschub; Ausstand
Wiktionary:
- oponthoud → Aufenthalt
- oponthoud → Verspätung, Aufschub, Verzögerung, Wohnsitz, Aufenthalt, Aufenthaltsort

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oponthoud (Nederlands) in het Duits

oponthoud:

oponthoud [het ~] zelfstandig naamwoord

het oponthoud (vertraging)
der Aufenthalt; der Aufschub; der Ausstand
- Aufenthalt [der ~] zelfstandig naamwoord
- Aufschub [der ~] zelfstandig naamwoord
- Ausstand [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor oponthoud:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Aufenthalt	oponthoud; vertraging
Aufschub	oponthoud; vertraging	onderbreking; opschorting; respijt; uitstel; verdaging; verlet
Ausstand	oponthoud; vertraging

Wiktionary: oponthoud

oponthoud

noun

das anwesend, das verweilen
- Aufenthalt → oponthoud

Cross Translation:

From	To	Via
• oponthoud	→ Verspätung	↔ retard — Fait d'arriver plus tard
• oponthoud	→ Aufschub; Verzögerung	↔ sursis — délai, remise, suspension de l’exécution d’une mesure.
• oponthoud	→ Wohnsitz; Aufenthalt; Aufenthaltsort	↔ séjour — Demeure

Computer vertaling door derden: