Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- heer:
- Wiktionary:
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- Heer:
-
Wiktionary:
- Heer → leger
- Heer → landmacht, leger, heerschaar, troep
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor Heer (Nederlands) in het Duits
heer:
-
de heer (heerser; soeverein; machthebber)
-
de heer (God; Almachtige; opperwezen; Schepper)
Vertaal Matrix voor heer:
Verwante woorden van "heer":
Synoniemen voor "heer":
Antoniemen van "heer":
Verwante definities voor "heer":
Wiktionary: heer
heer
Cross Translation:
noun
-
jemand, der eine fast vollständige Kontrolle über Dinge oder Personen hat (früher insbesondere ein Adliger)
-
höfliche Bezeichnung für einen Mann
-
die gesamten organisierten militärischen Streitkräfte eines Staates
- Armee → heer; strijdmacht; leger
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• heer | → Streitkräfte | ↔ armed forces — the military forces of a nation |
• heer | → Herr | ↔ gentleman — man of breeding |
• heer | → König | ↔ king — a playing card with the image of a king in it |
• heer | → Herr; Mann | ↔ man — adult male human |
• heer | → Herr | ↔ monsieur — apostrophe permettant de s’adresser de façon polie à un homme (un client, un professeur, un passant, etc.). |
Wiktionary: Heer
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van Heer
Duits
Uitgebreide vertaling voor Heer (Duits) in het Nederlands
Heer:
-
Heer (Kriegsmacht; Armee; Landtruppen; Militär; Streitmacht; Landmacht; Heeresmacht)
-
Heer (Landmacht; Landtruppen)
-
Heer (Armee)
-
Heer (Streitkräfte; Armee; Militär; Kriegsmacht; Streitmacht; Landmacht; Heeresmacht)
-
Heer (Streitmacht; Armee; Kriegsmacht; Militär; Landmacht; Heeresmacht)
-
Heer
Vertaal Matrix voor Heer:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
heir | Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Militär; Streitmacht | |
krijgsmacht | Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Landtruppen; Militär; Streitmacht | Armee |
landleger | Heer; Landmacht; Landtruppen | |
landmacht | Heer; Landmacht; Landtruppen | |
leger | Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Landtruppen; Militär; Streitmacht | Kamp; Käfig; Lager; Lagerplatz; Verschlag |
legermacht | Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Landtruppen; Militär; Streitmacht | |
legers | Armee; Heer | |
manschappen | Armee; Heer | |
strijdkrachten | Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Militär; Streitkräfte; Streitmacht | |
strijdmacht | Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Landtruppen; Militär; Streitmacht | |
troepenmacht | Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Landtruppen; Militär; Streitmacht | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
leger | militär; militärisch |
Synoniemen voor "Heer":
Wiktionary: Heer
Computer vertaling door derden: