Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. gras:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Gras:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gras (Nederlands) in het Duits

gras:

gras [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de gras (grasmat; mat)
    die Rasendecke

Vertaal Matrix voor gras:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Rasendecke gras; grasmat; mat

Verwante woorden van "gras":

  • grassen

Verwante definities voor "gras":

  1. groene plant met lange smalle blaadjes1
    • het weiland staat vol gras1

Wiktionary: gras


Cross Translation:
FromToVia
gras Gras grass — ground cover plant
gras Gras; Kraut herbe — botan|fr (sens strict) Un végétal vert, monocotylédone ou dicotylédone, à tige fine et molle car non ligneuse (pas un tronc ni une stipe), vivace ou annuel, et qui perd tiges et feuilles en hiver.

Verwante vertalingen van gras



Duits

Uitgebreide vertaling voor gras (Duits) in het Nederlands

Gras:

Gras [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gras (Marihuana)
    de wiet; wied; de marihuana; de stuff; de weed; de hennep
    • wiet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wied [znw.] zelfstandig naamwoord
    • marihuana [de ~] zelfstandig naamwoord
    • stuff [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • weed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hennep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. Gras (Marihuana)
    ganja
    • ganja [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gras:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ganja Gras; Marihuana
hennep Gras; Marihuana Hanf; Hasch; Haschisch; Kannabis; Stuff
marihuana Gras; Marihuana
stuff Gras; Marihuana Hasch; Haschisch; Kannabis; Stuff
weed Gras; Marihuana
wied Gras; Marihuana
wiet Gras; Marihuana Hasch; Haschisch; Kannabis; Stuff

Synoniemen voor "Gras":


Wiktionary: Gras


Cross Translation:
FromToVia
Gras gras grass — ground cover plant
Gras wiet grass — marijuana
Gras wiet pot — marijuana
Gras wiet weed — slang: marijuana
Gras gazon; grasmat; grasveld; perk gazon — (botanique) végétation courte de plantes herbacées.
Gras gras; kruid herbe — botan|fr (sens strict) Un végétal vert, monocotylédone ou dicotylédone, à tige fine et molle car non ligneuse (pas un tronc ni une stipe), vivace ou annuel, et qui perd tiges et feuilles en hiver.