Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- teruggetrokken:
- terugtrekken:
-
Wiktionary:
- teruggetrokken → anspruchslos, bescheiden
- terugtrekken → entziehen, zurückschrecken, annullieren, widerrufen, aufheben, erklären, machen, außer Kraft setzen, zurückziehen, abziehen, entlocken, extrahieren, zapfen, zücken
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor teruggetrokken (Nederlands) in het Duits
teruggetrokken:
-
teruggetrokken (eenzelvig; introvert; mensenschuw; eenkennig)
zurückgezogen-
zurückgezogen bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor teruggetrokken:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
zurückgezogen | eenkennig; eenzelvig; introvert; mensenschuw; teruggetrokken |
Verwante woorden van "teruggetrokken":
Wiktionary: teruggetrokken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• teruggetrokken | → anspruchslos; bescheiden | ↔ modeste — Qui a de la retenue, de la modération, qui ne donner dans aucun excès. |
terugtrekken:
-
terugtrekken (aftreden; uittreden)
aus dem amt treten-
aus dem amt treten werkwoord
-
Conjugations for terugtrekken:
o.t.t.
- trek terug
- trekt terug
- trekt terug
- trekken terug
- trekken terug
- trekken terug
o.v.t.
- trok terug
- trok terug
- trok terug
- trokken terug
- trokken terug
- trokken terug
v.t.t.
- heb teruggetrokken
- hebt teruggetrokken
- heeft teruggetrokken
- hebben teruggetrokken
- hebben teruggetrokken
- hebben teruggetrokken
v.v.t.
- had teruggetrokken
- had teruggetrokken
- had teruggetrokken
- hadden teruggetrokken
- hadden teruggetrokken
- hadden teruggetrokken
o.t.t.t.
- zal terugtrekken
- zult terugtrekken
- zal terugtrekken
- zullen terugtrekken
- zullen terugtrekken
- zullen terugtrekken
o.v.t.t.
- zou terugtrekken
- zou terugtrekken
- zou terugtrekken
- zouden terugtrekken
- zouden terugtrekken
- zouden terugtrekken
en verder
- ben teruggetrokken
- bent teruggetrokken
- is teruggetrokken
- zijn teruggetrokken
- zijn teruggetrokken
- zijn teruggetrokken
diversen
- trek terug!
- trekt terug!
- teruggetrokken
- terugtrekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor terugtrekken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aus dem amt treten | aftreden; terugtrekken; uittreden |
Wiktionary: terugtrekken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• terugtrekken | → entziehen | ↔ abstract — to remove; to take away; to withdraw |
• terugtrekken | → zurückschrecken | ↔ recoil — to pull back, especially in disgust, horror or astonishment |
• terugtrekken | → annullieren | ↔ repeal — to cancel |
• terugtrekken | → widerrufen; annullieren; aufheben; erklären; machen; außer Kraft setzen | ↔ rescind — repeal, annul, or declare void |
• terugtrekken | → zurückziehen | ↔ withdraw — pull back |
• terugtrekken | → zurückziehen; abziehen | ↔ withdraw — retreat |
• terugtrekken | → zurückziehen; entlocken; entziehen; extrahieren; zapfen; zücken | ↔ retirer — tirer à nouveau. |