Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- nobel:
- Wiktionary:
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- nobel:
- Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor nobel (Nederlands) in het Duits
nobel:
-
nobel (grootmoedig; edelmoedig; edel; groots)
großzügig; edel; hochwürdig; nobel; freizügig; großmütig; erhaben; mild; tolerant; freigebig; duldsam; jovial-
großzügig bijvoeglijk naamwoord
-
edel bijvoeglijk naamwoord
-
hochwürdig bijvoeglijk naamwoord
-
nobel bijvoeglijk naamwoord
-
freizügig bijvoeglijk naamwoord
-
großmütig bijvoeglijk naamwoord
-
erhaben bijvoeglijk naamwoord
-
mild bijvoeglijk naamwoord
-
tolerant bijvoeglijk naamwoord
-
freigebig bijvoeglijk naamwoord
-
duldsam bijvoeglijk naamwoord
-
jovial bijvoeglijk naamwoord
-
-
nobel (indrukwekkend; aanzienlijk; majestueus; deftig; plechtig; trots; parmant; statig; vorstelijk; parmantig; plechtstatig; fier)
ansehnlich-
ansehnlich bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor nobel:
Verwante woorden van "nobel":
Antoniemen van "nobel":
Verwante definities voor "nobel":
Wiktionary: nobel
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• nobel | → nobel; edel; adel | ↔ noble — having honorable qualities |
• nobel | → edel; edelmütig; erhaben | ↔ noble — personne faire partie d’une aristocratie dirigeante ou foncière, souvent dynastique. cf|féodalité|homme-lige |
Duits
Uitgebreide vertaling voor nobel (Duits) in het Nederlands
nobel:
-
nobel (großmütig; großzügig; edel; hochwürdig; freizügig; erhaben; mild; tolerant; freigebig; duldsam; jovial)
edelmoedig; nobel; grootmoedig; edel; groots-
edelmoedig bijvoeglijk naamwoord
-
nobel bijvoeglijk naamwoord
-
grootmoedig bijvoeglijk naamwoord
-
edel bijvoeglijk naamwoord
-
groots bijvoeglijk naamwoord
-