Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. nobel:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. nobel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nobel (Nederlands) in het Duits

nobel:

nobel bijvoeglijk naamwoord

  1. nobel (grootmoedig; edelmoedig; edel; groots)
    großzügig; edel; hochwürdig; nobel; freizügig; großmütig; erhaben; mild; tolerant; freigebig; duldsam; jovial
  2. nobel (indrukwekkend; aanzienlijk; majestueus; )
    ansehnlich

Vertaal Matrix voor nobel:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ansehnlich aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk aanmerkelijk; aanzienlijk; adelijk; beduidend; behoorlijk; beroemd; chic; doorluchtig; eerbaar; eerbiedwekkend; eerzaam; elegant; enorm; esthetisch; flink; fors; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; indrukwekkend; keurig; kies; modieuze verfijning; plechtig; plechtstatig; respectabel; royaal; sierlijk; smaakvol; statig; stijlvol; substantieel; verfijnd; verheven; voornaam; vorstelijk; zeer plechtig
duldsam edel; edelmoedig; grootmoedig; groots; nobel clement; goedhartig; mak; mild; tolerant; verdraagzaam; welwillend; zacht; zachtaardig
edel edel; edelmoedig; grootmoedig; groots; nobel adellijk; clement; duur; edel; edelmoedig; elegant; genereus; goedhartig; gracieus; gul; hoogwaardig; kostbaar; mak; mild; patent; perfect; prijzig; prima; royaal; ruimhartig; sierlijk; uitmuntend; uitstekend; van adel; van goede kwaliteit; volmaakt; voortreffelijk; vrijgevig; waardevol; welwillend; zacht; zachtaardig
erhaben edel; edelmoedig; grootmoedig; groots; nobel aanmatigend; aanzienlijk; adelijk; arrogant; beroemd; deftig; doorluchtig; edel; eerbiedwaardig; gedistingeerd; geringschattend; gewichtig; hautain; hooggeplaatst; hooghartig; hoogmoedig; hoogstaand; hoogverheven; hovaardig; illuster; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; plechtig; plechtstatig; statig; trots; uit de hoogte; verheven; verwaand; voornaam; waardig; zeer plechtig; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
freigebig edel; edelmoedig; grootmoedig; groots; nobel edelmoedig; genereus; goedaardig; goedgeefs; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; gul; kwistig; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; spilziek; verkwistend; vrijgevig; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
freizügig edel; edelmoedig; grootmoedig; groots; nobel edelmoedig; genereus; goedgeefs; gul; kwistig; mild; onbevangen; royaal; ruimhartig; scheutig; spilziek; verkwistend; vrijgevig
großmütig edel; edelmoedig; grootmoedig; groots; nobel
großzügig edel; edelmoedig; grootmoedig; groots; nobel ampel; breedvoerig; edelmoedig; fier; flink; genereus; glorieus; goedaardig; goedgeefs; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; groots; gul; in details; kwistig; liberaal; mild; omstandig; prat; prinsheerlijk; royaal; ruimdenkend; ruimhartig; scheutig; spilziek; trots; uitgebreid; uitgewerkt; uitvoerig; verkwistend; vrijgevig; vrijzinnig; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
hochwürdig edel; edelmoedig; grootmoedig; groots; nobel
jovial edel; edelmoedig; grootmoedig; groots; nobel amicaal; bedaard; clement; edelmoedig; gelijkmoedig; gemoedelijk; genereus; goedgeefs; goedhartig; gul; joviaal; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; mak; mild; onbewogen; royaal; ruimhartig; rustig; scheutig; sereen; vriendschappelijk; vrijgevig; welwillend; zacht; zachtaardig
mild edel; edelmoedig; grootmoedig; groots; nobel clement; genereus; goedaardig; goedgeefs; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; gul; mak; mild; onbekrompen; royaal; ruimhartig; scheutig; vrijgevig; welwillend; zacht; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
nobel edel; edelmoedig; grootmoedig; groots; nobel
tolerant edel; edelmoedig; grootmoedig; groots; nobel clement; goedhartig; mak; mild; ruimdenkend; tolerant; verdraagzaam; welwillend; zacht; zachtaardig

Verwante woorden van "nobel":

  • nobelheid, nobeler, nobelere, nobelst, nobelste, nobele

Antoniemen van "nobel":


Verwante definities voor "nobel":

  1. met goede en eerlijke bedoelingen1
    • hij is een eerlijk mens1

Wiktionary: nobel


Cross Translation:
FromToVia
nobel nobel; edel; adel noble — having honorable qualities
nobel edel; edelmütig; erhaben noblepersonne faire partie d’une aristocratie dirigeante ou foncière, souvent dynastique. cf|féodalité|homme-lige



Duits

Uitgebreide vertaling voor nobel (Duits) in het Nederlands

nobel:

nobel bijvoeglijk naamwoord

  1. nobel (großmütig; großzügig; edel; )
    edelmoedig; nobel; grootmoedig; edel; groots

Vertaal Matrix voor nobel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
edel Hoheit; Hoheitsträger; Stattlichkeit; Würdenträger
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
edel duldsam; edel; erhaben; freigebig; freizügig; großmütig; großzügig; hochwürdig; jovial; mild; nobel; tolerant adelig; edel; erhaben
edelmoedig duldsam; edel; erhaben; freigebig; freizügig; großmütig; großzügig; hochwürdig; jovial; mild; nobel; tolerant edel; freigebig; freizügig; generös; großzügig; jovial; weitherzig
grootmoedig duldsam; edel; erhaben; freigebig; freizügig; großmütig; großzügig; hochwürdig; jovial; mild; nobel; tolerant
groots duldsam; edel; erhaben; freigebig; freizügig; großmütig; großzügig; hochwürdig; jovial; mild; nobel; tolerant anmaßend; aufgebläht; ausgezeichnet; außergewöhnlich; außerordentlich; beeindruckend; eindrucksvoll; einmalig; einzigartig; enorm; ergreifend; fabelhaft; gewaltig; gigantisch; glanzreich; glänzend; grandios; grossartig; grosszügig; groß; großartig; großzügig; gut; gönnerhaft; herausragend; hervorragend; immens; imponierend; imposant; kapital; kolossal; phantastisch; pomphaft; prachtvoll; prunkvoll; riesig; ruhmreich; schwer; selbstgefällig; stark; stattlich; stolz; tipp-topp; titanisch; triumphal; trotzig; unermeßlich; ungeheuer; vortrefflich; überwältigend
nobel duldsam; edel; erhaben; freigebig; freizügig; großmütig; großzügig; hochwürdig; jovial; mild; nobel; tolerant ansehnlich

Synoniemen voor "nobel":


Wiktionary: nobel


Cross Translation:
FromToVia
nobel elegante; elegant classy — elegant and fashionable
nobel edel; nobel; fatsoenlijk; eervol; adellijk noble — having honorable qualities