Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. façade:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor façade (Nederlands) in het Duits

façade:

façade [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de façade (dekmantel; schijn; voorkomen; masker)
    der Deckmantel
  2. de façade (uiterlijke schijn)
    die Fassade; der Anschein
    • Fassade [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Anschein [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. de façade (pui; voorgevel; front; voorkant; gevel)
    die Fassade; die Ladenfront; die Freitreppe; die untere Front
  4. de façade (schijnvertoning)
    der Schein; die Fassade; der Anschein
    • Schein [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Fassade [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Anschein [der ~] zelfstandig naamwoord
  5. de façade (vooraanzicht; voorkant; front)
    die Vorderansicht; die Front; die Fassade; der Vorderrand

Vertaal Matrix voor façade:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anschein façade; schijnvertoning; uiterlijke schijn
Deckmantel dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen dekmantel
Fassade façade; front; gevel; pui; schijnvertoning; uiterlijke schijn; vooraanzicht; voorgevel; voorkant aangezicht; front; frontlijn; gevechtslinie; gevel; gevelbreedte; pui; vooreind; vooreinde; voorgevel; voorkant; voorste gedeelte; voorzijde; vuurlijn
Freitreppe façade; front; gevel; pui; voorgevel; voorkant bordes
Front façade; front; vooraanzicht; voorkant aangezicht; front; frontlijn; gevechtslinie; gevel; gevelbreedte; pui; vooreind; vooreinde; voorgevel; voorkant; voorste gedeelte; voorzijde; vuurlijn
Ladenfront façade; front; gevel; pui; voorgevel; voorkant winkelpui
Schein façade; schijnvertoning acte; akte; bewijsstuk; bon; coupon; glans; glimp; gloed; ontvangstbewijs; reçu; schijn; schijnsel; straling; vleug; vleugje
Vorderansicht façade; front; vooraanzicht; voorkant vooraanzicht
Vorderrand façade; front; vooraanzicht; voorkant gevel; pui; voorgevel; voorrand; voorzijde
untere Front façade; front; gevel; pui; voorgevel; voorkant

Verwante woorden van "façade":

  • façaden, façades

Wiktionary: façade

façade
noun
  1. de zichtbare buitenmuur van een gebouw, specifiek die aan de voorkant
façade
noun
  1. Vorderansicht eines Gebäudes

Cross Translation:
FromToVia
façade Fassade façade — deceptive outward appearance
façade Fassade façade — face of a building
façade Frontmann front — public face of covert organisation
façade Fassade façade — (architecture) Un des côtés d’un bâtiment, d’un édifice, lorsqu’il se présente au spectateur.