Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: wiegenkind

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: wiegenkind

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

wiegenkind:
- Wiktionary:
  wiegenkind → Baby, Kleinkind, Säugling

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wiegenkind (Nederlands) in het Duits

wiegenkind: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

wieg: Krippe; Wiege
kind: Kind; Ding; Baby; Säugling
wiegen: wiegen; schwingen; schleudern; schwanken; schwenken; schaukeln; pendeln; wanken; taumeln; schlenkern; schlingern; hin und her wanken

Spelling Suggesties voor: wiegenkind

wiegend; wiegelend

Wiktionary: wiegenkind

Cross Translation:

From	To	Via
• wiegenkind	→ Baby; Kleinkind; Säugling	↔ baby — very young human being

Computer vertaling door derden:

Duits

Uitgebreide vertaling voor wiegenkind (Duits) in het Nederlands

wiegenkind: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

wiegen: zwaaien; wuiven; golven; deinen; schommelen; wiegen; wegen; wiegelen
Kind: kind; kleuter; kleintje; klein meisje; klein kind; kleine jongen; peuter; worm; dreumes; uk; wurm; hummel; wichtje

Spelling Suggesties voor: wiegenkind

Wiegenlied; Waisenkind

Computer vertaling door derden: