Pleite: vertaling Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

pleite:
- Wiktionary:
  pleite → pleite

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

pleite:
- blut; platzak; afgebrand
Pleite:
- blamage; teschandemaking; afgang
Wiktionary:
- pleite → platzak, blut, pleite, failliet, bankroet
- pleite → blut
- Pleite → bankroet, deconfiture, faillissement

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pleite (Nederlands) in het Duits

pleite:

Verwante definities voor "pleite":

weg, verdwenen¹
- ik ga pleite¹

Wiktionary: pleite

pleite

adjective

(umgangssprachlich) (als Geschäftsmann, Firma) illiquid, finanziell ruiniert, zahlungsunfähig
- pleite → pleite; failliet; bankroet

Duits

Uitgebreide vertaling voor pleite (Duits) in het Nederlands

pleite:

pleite bijvoeglijk naamwoord

pleite (abgebrannt; blank)
blut; platzak; afgebrand
- blut bijvoeglijk naamwoord
- platzak bijvoeglijk naamwoord
- afgebrand bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor pleite:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
blut	abgebrannt; blank; pleite
platzak	abgebrannt; blank; pleite	mit leerer Tasche
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afgebrand	abgebrannt; blank; pleite

Synoniemen voor "pleite":

bankrott; illiquide; in Konkurs; insolvent; zahlungsunfähig
blank
abgebrannt; blank; finanzschwach; illiquid

Wiktionary: pleite

pleite

adjective

(umgangssprachlich) scherzhaft: derzeit kein bares Geld besitzend; nur für eine gewisse Zeit mittellos
- pleite → platzak; blut
(umgangssprachlich) (als Geschäftsmann, Firma) illiquid, finanziell ruiniert, zahlungsunfähig
- pleite → pleite; failliet; bankroet

pleite

adjective

geen geld meer hebbend
- blut → pleite; abgebrannt

Cross Translation:

From	To	Via
• pleite	→ blut	↔ broke — lacking money; bankrupt

Pleite:

Pleite [die ~] zelfstandig naamwoord

die Pleite (Blamage)
de blamage; teschandemaking; de afgang
- blamage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- teschandemaking [znw.] zelfstandig naamwoord
- afgang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Pleite:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afgang	Blamage; Pleite	Böschung; Fehler; Fehlgriff; Fehlschlag; Fehlschläge; Fehlschuß; Fehlschüsse; Fiasko; Gefälle; Hang; Hügel; Mißerfolg; Mißlingen; Reinfall; Scheitern
blamage	Blamage; Pleite
teschandemaking	Blamage; Pleite

Synoniemen voor "Pleite":

Fehlschlag; Misserfolg; Niederlage; Rückschlag; Schlappe
Bankrott; Bankrottfall; Illiquidität; Insolvenz; Konkurs; Konkursfall; Ruin; Zahlungseinstellung; Zahlungsunfähigkeit
Debakel; Fiasko; Verlust

Wiktionary: Pleite

Pleite

noun

de toestand van iemand die, blijkens rechterlijk onderzoek, niet in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen
- bankroet → Insolvenz; Zahlungsunfähigkeit; Bankrott; Pleite; Konkurs
faillissement, bankroet
- deconfiture → Pleite; Zahlungsunfähigkeit; Insolvenz; Bankrott; Konkurs
de toestand van iemand die, blijkens rechterlijk onderzoek, niet in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen.
- faillissement → Pleite; Zahlungsunfähigkeit

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: pleite

Uitgebreide vertaling voor pleite (Nederlands) in het Duits

pleite:

Verwante definities voor "pleite":

Wiktionary: pleite

Uitgebreide vertaling voor pleite (Duits) in het Nederlands

pleite:

pleite bijvoeglijk naamwoord

pleite (abgebrannt; blank)

Vertaal Matrix voor pleite:

Synoniemen voor "pleite":

Wiktionary: pleite

Pleite:

Pleite [die ~] zelfstandig naamwoord

die Pleite (Blamage)

Vertaal Matrix voor Pleite:

Synoniemen voor "Pleite":

Wiktionary: Pleite