Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bloeden (Nederlands) in het Duits
bloeden:
-
bloeden
Conjugations for bloeden:
o.t.t.
- bloed
- bloedt
- bloedt
- bloeden
- bloeden
- bloeden
o.v.t.
- bloedde
- bloedde
- bloedde
- bloedden
- bloedden
- bloedden
v.t.t.
- heb gebloed
- hebt gebloed
- heeft gebloed
- hebben gebloed
- hebben gebloed
- hebben gebloed
v.v.t.
- had gebloed
- had gebloed
- had gebloed
- hadden gebloed
- hadden gebloed
- hadden gebloed
o.t.t.t.
- zal bloeden
- zult bloeden
- zal bloeden
- zullen bloeden
- zullen bloeden
- zullen bloeden
o.v.t.t.
- zou bloeden
- zou bloeden
- zou bloeden
- zouden bloeden
- zouden bloeden
- zouden bloeden
diversen
- bloed!
- bloedt!
- gebloed
- bloedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bloeden:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bluten | bloeden |
Verwante woorden van "bloeden":
bloeden vorm van bloed:
Vertaal Matrix voor bloed:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Blut | bloed |
Verwante woorden van "bloed":
Verwante definities voor "bloed":
Wiktionary: bloed
bloed
Cross Translation:
noun
bloed
-
lichaamsvocht dat rondstroomt in de slagaderen en aderen ter verspreiding van zuurstof en andere voor de levensprocessen onontbeerlijke stoffen
- bloed → Blut
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bloed | → Blut | ↔ blood — vital liquid flowing in animal bodies |
• bloed | → Blut | ↔ sang — anatomie|fr fluide corporel constitué de globule rouge, de cellules immunitaires (globule blanc) et de plaquette sanguine, baignés dans le plasma sanguin et servant à l’oxygénation du corps humain. |