Nederlands

Uitgebreide vertaling voor begraven (Nederlands) in het Duits

begraven:

begraven werkwoord (begraaf, begraaft, begroef, begroeven, begraven)

  1. begraven (ter aarde bestellen)
    beerdigen; begraben; beisetzen; bestatten
    • beerdigen werkwoord (beerdige, beerdigst, beerdigt, beerdigte, beerdigtet, beerdigt)
    • begraben werkwoord (begrabe, begrabst, begrabt, begrabte, begrabtet, begraben)
    • beisetzen werkwoord (setze bei, setzt bei, setzte bei, setztet bei, beigesetzt)
    • bestatten werkwoord (bestatte, bestattest, bestattet, bestattete, bestattetet, bestattet)
  2. begraven (overstelpen; overladen; bedelven)
    überladen; überwältigen; überhäufen; überschütten; überbürden
    • überladen werkwoord (überlade, überlädst, überlädt, überlud, überludet, überladen)
    • überwältigen werkwoord (überwältige, überwältigst, überwältigt, überwältigte, überwältigtet, überwältigt)
    • überhäufen werkwoord (überhäufe, überhäufst, überhäuft, überhäufte, überhäuftet, überhäuft)
    • überschütten werkwoord (überschütte, überschüttest, überschüttet, überschüttete, überschüttetet, überschüttet)
    • überbürden werkwoord (überbürde, überbürdest, überbürdet, überbürdete, überbürdetet, überbürdet)

Conjugations for begraven:

o.t.t.
  1. begraaf
  2. begraaft
  3. begraaft
  4. begraven
  5. begraven
  6. begraven
o.v.t.
  1. begroef
  2. begroef
  3. begroef
  4. begroeven
  5. begroeven
  6. begroeven
v.t.t.
  1. heb begraven
  2. hebt begraven
  3. heeft begraven
  4. hebben begraven
  5. hebben begraven
  6. hebben begraven
v.v.t.
  1. had begraven
  2. had begraven
  3. had begraven
  4. hadden begraven
  5. hadden begraven
  6. hadden begraven
o.t.t.t.
  1. zal begraven
  2. zult begraven
  3. zal begraven
  4. zullen begraven
  5. zullen begraven
  6. zullen begraven
o.v.t.t.
  1. zou begraven
  2. zou begraven
  3. zou begraven
  4. zouden begraven
  5. zouden begraven
  6. zouden begraven
diversen
  1. begraaf!
  2. begraaft!
  3. begraven
  4. begravend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

begraven bijvoeglijk naamwoord

  1. begraven
    begraben; bestattet

Vertaal Matrix voor begraven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beerdigen begraven; ter aarde bestellen
begraben begraven; ter aarde bestellen
beisetzen begraven; ter aarde bestellen bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; deponeren; erbij voegen; leggen; neerleggen; neerzetten; plaatsen; stationeren; toevoegen; zetten
bestatten begraven; ter aarde bestellen
überbürden bedelven; begraven; overladen; overstelpen
überhäufen bedelven; begraven; overladen; overstelpen bestormen; overstelpen
überladen bedelven; begraven; overladen; overstelpen
überschütten bedelven; begraven; overladen; overstelpen bestormen; overstelpen
überwältigen bedelven; begraven; overladen; overstelpen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begraben begraven
bestattet begraven

Wiktionary: begraven

begraven
verb
  1. iets onder de grond stoppen
  2. een overledene begraven
  3. vergeten
begraven
verb
  1. einen Verstorbenen in der Erde (meist in einem Sarg) begraben, beisetzen

Cross Translation:
FromToVia
begraven beerdigen; begraben bury — inter a corpse in a grave or tomb
begraven vergraben; eingraben bury — place in the ground
begraven vergraben bury — hide or conceal as if by covering with earth
begraven begraben bury — to put an end to; to abandon
begraven beerdigen earth — to bury
begraven begraben inter — bury in a grave