Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitgave (Nederlands) in het Duits

uitgave:

uitgave [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitgave (editie; aflevering)
    die Ausgabe; die Folge; die Fassung; die Version
    • Ausgabe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Folge [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Fassung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Version [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. de uitgave (gelduitgave; besteding; uitgaaf)
    die Ausgabe; die Geldausgabe
  3. de uitgave (oplage; druk)
    der Druck; die Auflage; die Spannung; die Auflegung; der Zwang; die Last
    • Druck [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Auflage [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Spannung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Auflegung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Zwang [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Last [die ~] zelfstandig naamwoord
  4. de uitgave (publicatie; openbare publicatie; publikatie; uitgifte)
    die Veröffentlichung; die Mitteilung; die Verlautbarung; die Bekanntgabe; die Bekanntmachung; die Meldung

uitgave [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitgave

Vertaal Matrix voor uitgave:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Auflage druk; oplage; uitgave afdrukken; band; boekdeel; boordsel; bordgarneersel; deel; drukken; galon; geluidsniveau; omzoming; oplegsel; passement; volume
Auflegung druk; oplage; uitgave band; boekdeel; deel; geluidsniveau; volume
Ausgabe aflevering; besteding; editie; gelduitgave; uitgaaf; uitgave afgifte; band; besteding; boekdeel; deel; editie; episode; geluidsniveau; overhandiging; uitdeling; uitgaaf; uitgaven; uitgifte; uitreiking; verstrekking; volume
Bekanntgabe openbare publicatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte aangifte; aankondiging; afkondiging; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; boodschap; convocatie; declaratie; gewag; informatie; kennisgeving; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; opgave; opheldering; proclamatie; publicatie; relaas; ruchtbaarheid; statement; tijding; toelichting; uiteenzetting; uiting; uitleg; uitlegging; uitspraak; verduidelijking; verklaring; verkondiging; vermelding; verwittiging
Bekanntmachung openbare publicatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte aankondiging; aanschrijving; aanzegging; afkondiging; bekendmaking; bericht; boodschap; convocatie; decreet; gewag; informatie; kennisgeving; kennismaking; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; opgave; opheldering; proclamatie; publicatie; relaas; ruchtbaarheid; tijding; toelichting; uiteenzetting; uitleg; uitspraak; uitvaardiging; verduidelijking; verklaring; verkondiging; vermelding; verwittiging
Druck druk; oplage; uitgave afdrukken; band; behoeftigheid; bloeddruk; boekdeel; deel; druk; drukken; drukking; dwang; nood; noodwendigheid; pressie; tensie; volume
Fassung aflevering; editie; uitgave brilmontuur; fitting; juweel zetting; montuur; zetting
Folge aflevering; editie; uitgave aaneenschakeling; consequentie; cyclus; episode; gehoor; gevolg; gevolg geven aan; hofhouding; keten; opvolging; reeks; rij; sequens; sequentie; serie; successie; uitvloeisel; voortvloeisel
Geldausgabe besteding; gelduitgave; uitgaaf; uitgave
Last druk; oplage; uitgave cargo; draaglast; gelazer; gevoelslast; kruis; kruisvorm; lading; last; lasten van een lastdier; moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem; trammelant; vracht
Meldung openbare publicatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte aangeven; aangifte; aankondiging; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; blad; boodschap; declaratie; gewag; journaal; maandblad; magazine; mededeling; melding; nieuws; opgave; opheldering; periodiek; relaas; ruchtbaarheid; statement; tijding; tijdschrift; tijdspiegel; toelichting; uitlegging; uitspraak; verklaring; vermelding; verwittiging; weekblad
Mitteilung openbare publicatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte aangifte; aankondiging; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; boodschap; declaratie; gewag; het uitspreken; informatie; inlichting; mededeling; melding; opgave; opheldering; relaas; ruchtbaarheid; statement; tijding; toelichting; uiteenzetting; uiting; uitleg; uitlegging; uitspraak; verduidelijking; verklaring; vermelding; verwittiging
Spannung druk; oplage; uitgave concentratie; geluidsniveau; gespannen toestand; gespannenheid; ingespannenheid; spanning; strakheid; volume
Verlautbarung openbare publicatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte aankondiging; afkondiging; bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; kennisgeving; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; opgave; proclamatie; publicatie; relaas; ruchtbaarheid; tijding; uitspraak; verkondiging; vermelding; verwittiging
Version aflevering; editie; uitgave lezing; versie
Veröffentlichung openbare publicatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte aankondiging; afkondiging; artikel; bekendmaking; kennisgeving; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; stuk; verkondiging
Zwang druk; oplage; uitgave bloeddruk; druk; dwang; pressie; tensie
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Verlagswesen uitgave

Verwante woorden van "uitgave":

  • uitgaves

Wiktionary: uitgave

uitgave
noun
  1. bedrag dat men uitgeeft
  2. reeks van uitgeven literaire werken
  3. het uitgeven van een werk
  4. uitgegeven werk

Cross Translation:
FromToVia
uitgave Ausgabe édition — Traduction à trier

Verwante vertalingen van uitgave