Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- tanken:
- tank:
- Wiktionary:
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor tanken (Nederlands) in het Duits
tanken:
-
tanken (vol maken)
Conjugations for tanken:
o.t.t.
- tank
- tankt
- tankt
- tanken
- tanken
- tanken
o.v.t.
- tankte
- tankte
- tankte
- tankten
- tankten
- tankten
v.t.t.
- heb getankt
- hebt getankt
- heeft getankt
- hebben getankt
- hebben getankt
- hebben getankt
v.v.t.
- had getankt
- had getankt
- had getankt
- hadden getankt
- hadden getankt
- hadden getankt
o.t.t.t.
- zal tanken
- zult tanken
- zal tanken
- zullen tanken
- zullen tanken
- zullen tanken
o.v.t.t.
- zou tanken
- zou tanken
- zou tanken
- zouden tanken
- zouden tanken
- zouden tanken
en verder
- ben getankt
- bent getankt
- is getankt
- zijn getankt
- zijn getankt
- zijn getankt
diversen
- tank!
- tankt!
- getankt
- tankend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor tanken:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Tanks | tanken | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
tanken | tanken; vol maken |
Verwante woorden van "tanken":
tank:
-
de tank (waterreservoir; regenbak)
-
de tank (pantserwagen; pantservoertuig)
Vertaal Matrix voor tank:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Panzerfahrzeug | pantservoertuig; pantserwagen; tank | |
Panzerwagen | pantservoertuig; pantserwagen; tank | |
Regentonne | regenbak; tank; waterreservoir | regenbak; regenton |
Wasserbehälter | regenbak; tank; waterreservoir | |
Wasserreservoir | regenbak; tank; waterreservoir | regenbak; regenton; stortbak |
Wassertank | regenbak; tank; waterreservoir |
Verwante woorden van "tank":
Verwante definities voor "tank":
Wiktionary: tank
tank
Cross Translation:
noun
-
gepanzertes (mit einem Panzer[1b] versehenes) militärisches Fahrzeug
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tank | → Tank; Behälter | ↔ tank — closed container |
• tank | → Panzer | ↔ tank — military armoured fighting vehicle |
• tank | → Wasserbehälter; Wasserbecken; Bassin | ↔ aiguière — Sorte de vase fort ouvrir, qui a une anse et un bec, et dans lequel on met de l’eau pour le service ordinaire de la table et pour d’autres usages. |
• tank | → Fuder; Fuhre; Karren; Wagen; Fuhrwerk; Förderwagen; Hund; Hunt; Laufkatze | ↔ char — chariot élevé. |
• tank | → Wasserbehälter; Wasserbecken; Bassin; Behälter; Zisterne; Tank | ↔ citerne — réservoir souterrain ou non, destiné à recevoir et garder l’eau pluviale. |
• tank | → Wasserbehälter; Wasserbecken; Bassin | ↔ réservoir — lieu où certaines choses sont en réserve. |
Duits
Uitgebreide vertaling voor tanken (Duits) in het Nederlands
tanken:
-
tanken
Conjugations for tanken:
Präsens
- tanke
- tankst
- tankt
- tanken
- tankt
- tanken
Imperfekt
- tankte
- tanktest
- tankte
- tankten
- tanktet
- tankten
Perfekt
- habe getankt
- hast getankt
- hat getankt
- haben getankt
- habt getankt
- haben getankt
1. Konjunktiv [1]
- tanke
- tankest
- tanke
- tanken
- tanket
- tanken
2. Konjunktiv
- tankte
- tanktest
- tankte
- tankten
- tanktet
- tankten
Futur 1
- werde tanken
- wirst tanken
- wird tanken
- werden tanken
- werdet tanken
- werden tanken
1. Konjunktiv [2]
- würde tanken
- würdest tanken
- würde tanken
- würden tanken
- würdet tanken
- würden tanken
Diverses
- tank!
- tankt!
- tanken Sie!
- getankt
- tankend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor tanken:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
tanken | Tanks | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
tanken | tanken | |
vol maken | tanken |