Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onbeduidend (Nederlands) in het Duits

onbeduidend:

onbeduidend bijvoeglijk naamwoord

  1. onbeduidend (triviaal; onbelangrijk; futiel; )
    unwichtig; unwesentlich; bedeutungslos; trivial; unscheinbar; nichtsbedeutend; gewöhnlich; unbedeutend
  2. onbeduidend (vruchteloos; ijdel)
    vergeblich; unscheinbar; fruchtlos; sehr klein
  3. onbeduidend (niet al te best; matig; zwak; )
    schwach; mäßig; mittelmäßig; schwächlich; unbedeutend; nicht sehr gut

Vertaal Matrix voor onbeduidend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedeutungslos futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend
fruchtlos ijdel; onbeduidend; vruchteloos dor; droog; ijdel; nutteloos; tevergeefs; verdord; vergeefs; vruchteloos; zonder resultaat; zonder succes
gewöhnlich futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend algemeen; alledaags; courant; doorgaans; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeenlijk; geregeld; gewoon; gewoonlijk; gewoontegetrouw; grof; in een handomdraai; licht; lichtwegend; meestal; merendeels; moeiteloos; natuurlijk; niets bijzonders; normaal; normaliter; ongekunsteld; op vaste tijden; ordinair; over het algemeen; plat; platvloers; regelmatig; regulier; vanzelf; vulgair; zonder moeite; zonder pretenties
mittelmäßig matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes doorsnee; gemiddeld; matig; medium; middelmatig; middelmatige; modaal
mäßig matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes eenvoudig; matig; middelmatig; sober
nicht sehr gut matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes
nichtsbedeutend futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend
schwach matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes achtergebleven; achterlijk; arm; armetierig; armzalig; bleekjes; breekbaar; broos; debiel; dement; dof; dun; flauw; flauwtjes; flets; fragiel; gammel; idioot; ijl; imbeciel; inferieur; karig; krakkemikkig; kwetsbaar; kwijnend; laag; mager; mat; minderwaardig; niet helder; niet hoog; niet stevig; ondermaats; ondeugdelijk; pips; ploertig; pover; schamel; schemerig; schimmig; schraal; slap; slapjes; slecht; teer; tweederangs; van geringe dichtheid; wankel; wee; week; ziekelijk; zwak; zwakjes; zwakzinnig
schwächlich matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes armzalig; bleekjes; breekbaar; broos; debiel; delicaat; dement; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; gammel; idioot; iel; imbeciel; karig; krakkemikkig; krukkig; kwetsbaar; mager; onbeholpen; onhandig; pips; ploertig; pover; schamel; schraal; schutterig; slap; slapjes; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; teder; teer; tenger; wankel; wee; ziekelijk; zwak; zwakzinnig
sehr klein ijdel; onbeduidend; vruchteloos miniem; minitueus; minuscuul; zeer klein
trivial futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend alledaags; banaal; eenvoudig; gewoon; grof; laag; laag-bij-de-grond; lomp; niet hoog; niets bijzonders; ordinair; plat; platvloers; ploertig; schunnig; triviaal; vuig; vunzig
unbedeutend futiel; matig; middelmatig; min; niet al te best; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend; zwak; zwakjes bescheiden; beuzelachtig; gering; marginaal; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend
unscheinbar futiel; ijdel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; vruchteloos; weinigzeggend armzalig; karig; mager; onopvallend; pover; schamel; schraal
unwesentlich futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend glazig; leeg; niet-essentieel; nietszeggend; uitdrukkingsloos; wazig; wezenloos
unwichtig futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend
vergeblich ijdel; onbeduidend; vruchteloos nutteloos; onzinnig; zinloos

Verwante woorden van "onbeduidend":

  • onbeduidendheid, onbeduidender, onbeduidendere, onbeduidendst, onbeduidendste

Wiktionary: onbeduidend


Cross Translation:
FromToVia
onbeduidend winzig minute — very small
onbeduidend klein; gering; unbedeutend petty — Little, trifling, or inconsiderable, as a petty fault
onbeduidend geringfügig; leicht slight — insignificant
onbeduidend unbedeutend; nichtig; Bagatell- mineur — militaire|fr Qui concerne les mines.