Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: guurheid

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: guurheid

Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. guurheid:
  2. guur:
  3. Wiktionary:

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor guurheid (Nederlands) in het Duits

guurheid:

guurheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. guurheid
    die Unwirtlichheit; die Rauhheit

Vertaal Matrix voor guurheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Rauhheit guurheid
Unwirtlichheit guurheid

Verwante woorden van "guurheid":


Wiktionary: guurheid

Cross Translation:
FromToVia
• guurheid → Schärfe; Heftigkeit ↔ acrimonie — agressivité verbale due à une mauvaise humeur.
• guurheid → Akutheit; Heftigkeit; Schärfe; schriller Klang; Gellen ↔ acuité — qualité de ce qui est aigu.
• guurheid → Schärfe; Heftigkeit ↔ finesse — qualité de ce qui est fin, délié ou menu.
• guurheid → Schärfe; Heftigkeit; Bitterkeit ↔ âcreté — qualité de ce qui est âcre.
• guurheid → Schärfe; Heftigkeit ↔ âpreté — qualité de ce qui est âpre.

guur:

guur bijvoeglijk naamwoord

  1. guur (kil)
    kalt; naßkalt; feuchtkalt; kühl

Vertaal Matrix voor guur:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
feuchtkalt guur; kil humide; kil; koud en vochtig; nat; vochtig
kalt guur; kil afstandelijk; bitterkoud; doodgemoedereerd; doodkalm; fris; ijskoud; ijzig; kil; koel; koud; koud en vochtig; objectief; onpartijdig; steenkoud
kühl guur; kil doodgemoedereerd; doodkalm; fris; frisjes; gemoedereerd; kil; koel; koud en vochtig; luchtig; mat; niet uitbundig
naßkalt guur; kil kil; koud en vochtig

Verwante woorden van "guur":


Wiktionary: guur

Cross Translation:
FromToVia
• guur → öde; trostlos; ungeschützt ↔ bleak — desolate and exposed
• guur → grell; herb; scharf; beißend; heftig; hart; rau; streng; bitter ↔ acerbe — Qui est d’un goût âpre, se dit d’un vin acide, dur et âpre
• guur → grell; herb; scharf; beißend; heftig; hart; rau; streng; sauer ↔ aigre — Qui a une saveur acide et amère provoquant un sentiment désagréable.
• guur → schrill; gellend; akut; heftig; hitzig; plötzlich auftretend; spitz; spitzwinkelig; grell; grelltönend; durchdringend; herb; scharf; beißend; hart; rau; streng ↔ aigu — Qui a un aspect pointu, tranchant, voire déchirer.
• guur → grell; herb; scharf; beißend; heftig; hart; rau; streng ↔ coupant — Qui couper.
• guur → grell; herb; scharf; beißend; heftig; hart; rau; streng ↔ cuisant — Qui produire une douleur âpre et aiguë.
• guur → grell; herb; scharf; beißend; heftig; hart; rau; streng; spitzfindig; subtil; geistreich; sinnreich; witzig ↔ fin — délié, menu, mince ou étroit.
• guur → grell; herb; scharf; beißend; heftig; hart; rau; streng ↔ incisif — Qui couper ou qui est propre à couper.
• guur → grell; herb; scharf; beißend; heftig; hart; rau; streng ↔ mordant — didact|fr Qui mordre.
• guur → grell; herb; scharf; beißend; heftig; hart; rau; streng ↔ perçant — Qui percer, qui pénétrer.
• guur → gewürzt; grell; herb; scharf; beißend; heftig; hart; rau; streng ↔ piquant — Qui piquer.
• guur → grell; herb; scharf; beißend; heftig; hart; rau; streng; spitz ↔ pointu — Qui se termine en pointe
• guur → grell; herb; scharf; beißend; heftig; hart; rau; streng ↔ pénétrant — Qui pénétrer.
• guur → grell; herb; scharf; beißend; heftig; hart; rau; streng ↔ saillant — Qui avancer, qui sortir en dehors.
• guur → scharf; bitter; grell; herb; beißend; heftig; hart; rau; streng ↔ âcre — Qui a quelque chose de piquant et d’irritant.
• guur → grell; herb; scharf; beißend; heftig; hart; rau; streng; bitter ↔ âpre — Qui, par sa rudesse ou son âcreté, produit une sensation désagréable aux organes du toucher, de l’ouïe ou du goût.

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0968 seconde
Page rendered in 1.0 seconds