Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- buigbaar:
-
Wiktionary:
- buigbaar → gefügig, geschmeidig, elastisch, federnd, dehnbar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor buigbaar (Nederlands) in het Duits
buigbaar:
-
buigbaar (flexibel; soepel)
flexibel; dehnbar; geschmeidig; nachgiebig; elastisch; formbar; beugsam; gelenkig; knetbar; biegsam-
flexibel bijvoeglijk naamwoord
-
dehnbar bijvoeglijk naamwoord
-
geschmeidig bijvoeglijk naamwoord
-
nachgiebig bijvoeglijk naamwoord
-
elastisch bijvoeglijk naamwoord
-
formbar bijvoeglijk naamwoord
-
beugsam bijvoeglijk naamwoord
-
gelenkig bijvoeglijk naamwoord
-
knetbar bijvoeglijk naamwoord
-
biegsam bijvoeglijk naamwoord
-