Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. aanvechten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanvechten (Nederlands) in het Duits

aanvechten:

aanvechten werkwoord (vecht aan, vocht aan, vochten aan, aangevochten)

  1. aanvechten (betwisten; bestrijden)
    anfechten; angreifen
    • anfechten werkwoord (fechte an, fichst an, ficht an, focht an, fochtet an, angefochten)
    • angreifen werkwoord (greife an, greifest an, greift an, griff an, grifft an, angegriffen)

Conjugations for aanvechten:

o.t.t.
  1. vecht aan
  2. vecht aan
  3. vecht aan
  4. vechten aan
  5. vechten aan
  6. vechten aan
o.v.t.
  1. vocht aan
  2. vocht aan
  3. vocht aan
  4. vochten aan
  5. vochten aan
  6. vochten aan
v.t.t.
  1. heb aangevochten
  2. hebt aangevochten
  3. heeft aangevochten
  4. hebben aangevochten
  5. hebben aangevochten
  6. hebben aangevochten
v.v.t.
  1. had aangevochten
  2. had aangevochten
  3. had aangevochten
  4. hadden aangevochten
  5. hadden aangevochten
  6. hadden aangevochten
o.t.t.t.
  1. zal aanvechten
  2. zult aanvechten
  3. zal aanvechten
  4. zullen aanvechten
  5. zullen aanvechten
  6. zullen aanvechten
o.v.t.t.
  1. zou aanvechten
  2. zou aanvechten
  3. zou aanvechten
  4. zouden aanvechten
  5. zouden aanvechten
  6. zouden aanvechten
diversen
  1. vecht aan!
  2. vecht aan!
  3. aangevochten
  4. aanvechtende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

aanvechten [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. aanvechten (betwisten; bestrijden)
    Angreifen; Anfechten; Abstreiten

Vertaal Matrix voor aanvechten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abstreiten aanvechten; bestrijden; betwisten
Anfechten aanvechten; bestrijden; betwisten
Angreifen aanvechten; bestrijden; betwisten aanranden; aanvallen; attaqueren; een uitval doen
angreifen aantasten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anfechten aanvechten; bestrijden; betwisten
angreifen aanvechten; bestrijden; betwisten aanvallen; attaqueren; bestormen; onteren; ontwijden; overvallen

Wiktionary: aanvechten


Cross Translation:
FromToVia
aanvechten streiten; bestreiten; abstreiten; Abrede contester — Mettre en discussion ce que quelqu’un revendique.