Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- versagen:
-
Wiktionary:
- versagen → mankeren, floppen, afgaan, afslaan, afwijzen, verwerpen, weigeren, wraken, nee zeggen tegen, afkeuren, terugwijzen, vertikken, braken, kotsen, overgeven, spugen, retourneren, terugbezorgen, terugsturen, heruitzenden, terugdringen, verdringen, weren, ontzenuwen, weerleggen, vergooien, weggooien, wegwerpen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor versagen (Nederlands) in het Duits
versagen:
-
versagen
Conjugations for versagen:
o.t.t.
- versaag
- versaagt
- versaagt
- versagen
- versagen
- versagen
o.v.t.
- versaagde
- versaagde
- versaagde
- versaagden
- versaagden
- versaagden
v.t.t.
- heb versaagd
- hebt versaagd
- heeft versaagd
- hebben versaagd
- hebben versaagd
- hebben versaagd
v.v.t.
- had versaagd
- had versaagd
- had versaagd
- hadden versaagd
- hadden versaagd
- hadden versaagd
o.t.t.t.
- zal versagen
- zult versagen
- zal versagen
- zullen versagen
- zullen versagen
- zullen versagen
o.v.t.t.
- zou versagen
- zou versagen
- zou versagen
- zouden versagen
- zouden versagen
- zouden versagen
diversen
- versaag!
- versaagt!
- versaagd
- versagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor versagen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
versagen | versagen | ketsen; verbieden |
Duits
Uitgebreide vertaling voor versagen (Duits) in het Nederlands
versagen:
-
versagen
-
versagen (verbieten; verweigern)
-
versagen (fehlschlagen)
Conjugations for versagen:
Präsens
- versage
- versagst
- versagt
- versagen
- versagt
- versagen
Imperfekt
- versagte
- versagtest
- versagte
- versagten
- versagtet
- versagten
Perfekt
- habe versagt
- hast versagt
- hat versagt
- haben versagt
- habt versagt
- haben versagt
1. Konjunktiv [1]
- versage
- versagest
- versage
- versagen
- versaget
- versagen
2. Konjunktiv
- versagte
- versagtest
- versagte
- versagten
- versagtet
- versagten
Futur 1
- werde versagen
- wirst versagen
- wird versagen
- werden versagen
- werdet versagen
- werden versagen
1. Konjunktiv [2]
- würde versagen
- würdest versagen
- würde versagen
- würden versagen
- würdet versagen
- würden versagen
Diverses
- versag!
- versagt!
- versagen Sie!
- versagt
- versagend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor versagen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ketsen | fehlschlagen; versagen | |
verbieden | verbieten; versagen; verweigern | |
versagen | versagen |
Synoniemen voor "versagen":
Wiktionary: versagen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• versagen | → mankeren | ↔ fail — cease to operate |
• versagen | → floppen; afgaan | ↔ flop — to fail completely, not to be successful at all |
• versagen | → afslaan; afwijzen; verwerpen; weigeren; wraken; nee zeggen tegen; afkeuren; terugwijzen; vertikken | ↔ refuser — rejeter une demande, ne pas accorder ce qui demander ; ne pas vouloir faire ce qui est exiger, prescrire, ordonné. |
• versagen | → braken; kotsen; overgeven; spugen; afkeuren; afwijzen; terugwijzen; vertikken; weigeren; retourneren; terugbezorgen; terugsturen; heruitzenden; terugdringen; verdringen; weren; ontzenuwen; weerleggen; afslaan; verwerpen; wraken; nee zeggen tegen; vergooien; weggooien; wegwerpen | ↔ rejeter — Traductions à trier suivant le sens |