Nederlands
Uitgebreide vertaling voor genegen (Nederlands) in het Duits
genegen:
-
genegen
Vertaal Matrix voor genegen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
zugetan | trouw zijn aan | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bereit | genegen | af; afgedaan; afgelopen; bereid; bereidvaardig; doorgekookt; gaar; gedaan; gereed; gewillig; geëindigd; klaar; over; paraat; uit; voltooid; voorbij |
geneigt | genegen | bereidvaardig; gebogen; gewillig; gezind; van plan; van zins; voorovergebogen |
zugetan | genegen | aanhankelijk; bereidwillig; goedgunstig; op een aardige manier; tegemoetkomend; toegedaan; toeschietelijk; vriendelijk; welwillend |
Verwante woorden van "genegen":
nijgen:
-
nijgen
verneigen; sich verneigen-
sich verneigen werkwoord (verneige mich, verneigst dich, verneigt sich, verneigte sich, verneigtet euch, sich verneigt)
Conjugations for nijgen:
o.t.t.
- nijg
- nijgt
- nijgt
- nijgen
- nijgen
- nijgen
o.v.t.
- neeg
- neeg
- neeg
- negen
- negen
- negen
v.t.t.
- ben genegen
- bent genegen
- is genegen
- zijn genegen
- zijn genegen
- zijn genegen
v.v.t.
- was genegen
- was genegen
- was genegen
- waren genegen
- waren genegen
- waren genegen
o.t.t.t.
- zal nijgen
- zult nijgen
- zal nijgen
- zullen nijgen
- zullen nijgen
- zullen nijgen
o.v.t.t.
- zou nijgen
- zou nijgen
- zou nijgen
- zouden nijgen
- zouden nijgen
- zouden nijgen
diversen
- nijg!
- nijgt!
- genegen
- nijgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor nijgen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sich verneigen | nijgen | buigen; eer betuigen; eerbied tonen |
verneigen | nijgen | buigen; eer betuigen; krommen; welven |