Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: veiligheid

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: veiligheid

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

veiligheid:
- Sicherheit; Protektion; Schutz; Sicherung
Veiligheid:
- Sicherheit
veilig:
- sicher
Wiktionary:
- veiligheid → Sicherheit
- veiligheid → Sicherheit
- veilig → sicher
- veilig → sicher, gefahrlos, geheuer, harmlos, ungefährlich, gesichert, vertrauenswert, zuverlässig, bestimmt, gewiß, zuversichtlich, unzweifelhaft

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor veiligheid (Nederlands) in het Duits

veiligheid:

veiligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de veiligheid (beveiliging; bescherming; protectie)
die Sicherheit; die Protektion; der Schutz; die Sicherung
- Sicherheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Protektion [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schutz [der ~] zelfstandig naamwoord
- Sicherung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor veiligheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Protektion	bescherming; beschutting; beveiliging; protectie; veiligheid	beschermkap
Schutz	bescherming; beschutting; beveiliging; protectie; veiligheid	bescherming; beschermingen; beschermkap; beschutsel; beschutting; protectie; protecties; schuilhoek; schuilkelder; schuilplaats; stek; toevlucht; toevluchtsoord; vrijplaats; wijkplaats
Sicherheit	bescherming; beschutting; beveiliging; protectie; veiligheid	bescherming; beslistheid; beveiliging; borg; cautie; feilloosheid; garantie; gedecideerdheid; gewisheid; hechtheid; onderpand; onomstotelijkheid; onverbrekelijkheid; onwankelbaarheid; onwrikbaarheid; pand; pertinentie; protectie; securiteit; soliditeit; stelligheid; stevigheid; vastberadenheid; vastbeslotenheid; vastheid; vastigheid; waarborg; waarborging; waarborgsom; zekerheid
Sicherung	bescherming; beschutting; beveiliging; protectie; veiligheid	back-up; back-upbestand; beschermkap; dump; stop; vrijwaring; zekering
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Sicherheit		Veiligheid

Verwante woorden van "veiligheid":

veiligheden, veilig

Wiktionary: veiligheid

veiligheid

noun

een situatie waarin een bepaald gevaar niets kan aanrichten
- veiligheid → Sicherheit

Cross Translation:

From	To	Via
• veiligheid	→ Sicherheit	↔ security — condition of not being threatened
• veiligheid	→ Sicherheit	↔ sécurité — confiance, tranquillité d’esprit qui résulter de l’opinion, bien ou mal fonder, qu’on n’a pas à craindre de danger.

Veiligheid:

Veiligheid

Veiligheid
Sicherheit
- Sicherheit

Vertaal Matrix voor Veiligheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Sicherheit		bescherming; beschutting; beslistheid; beveiliging; borg; cautie; feilloosheid; garantie; gedecideerdheid; gewisheid; hechtheid; onderpand; onomstotelijkheid; onverbrekelijkheid; onwankelbaarheid; onwrikbaarheid; pand; pertinentie; protectie; securiteit; soliditeit; stelligheid; stevigheid; vastberadenheid; vastbeslotenheid; vastheid; vastigheid; veiligheid; waarborg; waarborging; waarborgsom; zekerheid
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Sicherheit	Veiligheid

veiligheid vorm van veilig:

veilig bijvoeglijk naamwoord

veilig
sicher
- sicher bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor veilig:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
sicher	veilig	absoluut; accuraat; assertief; bepaald; beslist; besluitvaardig; duidelijk; echt; een zekere; feitelijk; ferm; fiks; flagrant; flink; gedecideerd; geheid; gewis; heel zeker; herkenbaar; heus; jazeker; kordaat; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; onfeilbaar; ongetwijfeld; onmiskenbaar; onwankelbaar; onwrikbaar; op heterdaad; overduidelijk; pal; precies; resoluut; reëel; ronduit; secuur; standvastig; stellig; stevig; stipt; vast; vast en zeker; vastberaden; vastbesloten; vasthoudend; volhardend; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker; zelfbewust; zelfverzekerd; zo klaar als een klontje; zonneklaar; zorgvuldig

Verwante woorden van "veilig":

veiligheid, veiliger, veiligere, veiligst, veiligste, veilige

Antoniemen van "veilig":

gevaarlijk; onveilig

Verwante definities voor "veilig":

beschermd tegen gevaar¹
- in de tuin is het veilig, op straat niet¹
zonder gevaar of risico¹
- er zit een veilige dop op de fles¹

Wiktionary: veilig

veilig

adjective

niet aan gevaar blootstaand
- veilig → sicher

Cross Translation:

From	To	Via
• veilig	→ sicher; gefahrlos	↔ safe — not in danger
• veilig	→ sicher	↔ safe — free from risk
• veilig	→ sicher	↔ safe — providing protection from danger
• veilig	→ sicher	↔ safe — properly secured
• veilig	→ gefahrlos; geheuer; harmlos; ungefährlich; sicher; gesichert	↔ inoffensif — Qui n'est pas dangereux, qui ne fait pas de mal.
• veilig	→ gefahrlos; geheuer; harmlos; ungefährlich; sicher; gesichert; vertrauenswert; zuverlässig; bestimmt; gewiß; zuversichtlich; unzweifelhaft	↔ sûr — dont on ne douter pas ; certain ; indubitable ; vrai.

Verwante vertalingen van veiligheid

¹Muiswerk Woordenboek