Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: tassen

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: tassen

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

tassen:
- Taschen; Tüten
tas:
- Tasche; Handtasche; Aktenmappe; Becher; Trinkbecher; Mappe; Diplomatenkoffer
Wiktionary:
- tassen → aufstapeln, häufen, horten, anhäufen, aufhäufen, ansammeln, mitnehmen, sammeln, einsammeln, scharen, zusammenscharen, gruppieren, zusammenfassen
- tas → Tasche
- tas → Beutel, Tasche, Sack, Tüte, Koffer, Kasten, Kelch, Becher, Tasse, Masse, Haufen, Menge, Stapel, Börse

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tassen (Nederlands) in het Duits

tassen:

tassen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de tassen (zakken)
die Taschen; die Tüten
- Taschen [die ~] zelfstandig naamwoord
- Tüten [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tassen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Taschen	tassen; zakken	steekzakken; zakken
Tüten	tassen; zakken

Verwante woorden van "tassen":

tas

Wiktionary: tassen

Cross Translation:

From	To	Via
• tassen	→ aufstapeln; häufen; horten; anhäufen; aufhäufen; ansammeln	↔ entasser — mettre en tas.
• tassen	→ mitnehmen; sammeln; einsammeln; scharen; zusammenscharen; gruppieren; zusammenfassen; aufstapeln; häufen; horten; anhäufen; aufhäufen; ansammeln	↔ rassembler — assembler de nouveau des personnes, des bêtes ou des choses qui disperser.

tassen vorm van tas:

tas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de tas (tasje; zak)
die Tasche; die Handtasche
- Tasche [die ~] zelfstandig naamwoord
- Handtasche [die ~] zelfstandig naamwoord
de tas (aktetas)
die Aktenmappe; der Becher; der Trinkbecher; die Mappe; der Diplomatenkoffer
- Aktenmappe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Becher [der ~] zelfstandig naamwoord
- Trinkbecher [der ~] zelfstandig naamwoord
- Mappe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Diplomatenkoffer [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tas:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Aktenmappe	aktetas; tas	aktenmap; diplomatenkoffertje
Becher	aktetas; tas	beker; bokaal; cup; drinkbeker; kopje; kroes; mok; pul
Diplomatenkoffer	aktetas; tas	aktetassen; diplomatenkoffertje
Handtasche	tas; tasje; zak	damestas; handtas; polstasje; tasje
Mappe	aktetas; tas	aktenmap; mapje
Tasche	tas; tasje; zak	broekzak; damestas; handtas; tasje; zak
Trinkbecher	aktetas; tas	beker; drinkbeker; mok; pul

Verwante woorden van "tas":

tassen

Wiktionary: tas

tas

noun

een zak die men meeneemt om er zaken in te bergen die men bij zich wil hebben
- tas → Tasche

tas

noun

tragbares Behältnis mit Griff, Trage- oder Umhängeriemen zum Transport von Gegenständen
- Tasche → tas

Cross Translation:

From	To	Via
• tas	→ Beutel; Tasche; Sack; Tüte	↔ bag — flexible container
• tas	→ Koffer; Kasten	↔ case — piece of luggage that can be used to transport an apparatus
• tas	→ Kelch; Becher; Tasse	↔ cup — vessel for drinking
• tas	→ Masse; Haufen; Menge; Stapel	↔ masse — amas de plusieurs parties qui faire corps ensemble.
• tas	→ Tasche	↔ sac — poche faite de cuir, de toile ou d’étoffe, ouvrir seulement par le haut et qui servir à mettre toutes sortir de choses.
• tas	→ Börse	↔ sacoche — Sorte de grosse bourse de cuir ordinairement retenir par une courroie et qui se porter au côté ou dans le dos.