Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. huldigen:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. huldigen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor huldigen (Nederlands) in het Duits

huldigen:

huldigen werkwoord (huldig, huldigt, huldigde, huldigden, gehuldigd)

  1. huldigen (hulde bewijzen; eer aandoen; eren)
    huldigen; ehren; hochachten; achten
    • huldigen werkwoord (huldige, huldigst, huldigt, huldigte, huldigtet, gehuldigt)
    • ehren werkwoord (ehre, ehrst, ehrt, ehrte, ehrtet, geehrt)
    • hochachten werkwoord (achte hoch, achtest hoch, achtet hoch, achtete hoch, achtetet hoch, hochgeachtet)
    • achten werkwoord (achte, achtest, achtet, achtete, achtetet, geachtet)

Conjugations for huldigen:

o.t.t.
  1. huldig
  2. huldigt
  3. huldigt
  4. huldigen
  5. huldigen
  6. huldigen
o.v.t.
  1. huldigde
  2. huldigde
  3. huldigde
  4. huldigden
  5. huldigden
  6. huldigden
v.t.t.
  1. heb gehuldigd
  2. hebt gehuldigd
  3. heeft gehuldigd
  4. hebben gehuldigd
  5. hebben gehuldigd
  6. hebben gehuldigd
v.v.t.
  1. had gehuldigd
  2. had gehuldigd
  3. had gehuldigd
  4. hadden gehuldigd
  5. hadden gehuldigd
  6. hadden gehuldigd
o.t.t.t.
  1. zal huldigen
  2. zult huldigen
  3. zal huldigen
  4. zullen huldigen
  5. zullen huldigen
  6. zullen huldigen
o.v.t.t.
  1. zou huldigen
  2. zou huldigen
  3. zou huldigen
  4. zouden huldigen
  5. zouden huldigen
  6. zouden huldigen
en verder
  1. ben gehuldigd
  2. bent gehuldigd
  3. is gehuldigd
  4. zijn gehuldigd
  5. zijn gehuldigd
  6. zijn gehuldigd
diversen
  1. huldig!
  2. huldigt!
  3. gehuldigd
  4. huldigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor huldigen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achten eer aandoen; eren; hulde bewijzen; huldigen achten; appreciëren; berekenen; de hemel in prijzen; eerbied bewijzen; eerbiedigen; eren; hemelhoog prijzen; hoogachten; hoogschatten; in acht nemen; in ere houden; ontzien; op prijs stellen; ophemelen; ramen; respecteren; schatten; sparen; verschonen; waarderen
ehren eer aandoen; eren; hulde bewijzen; huldigen achten; appreciëren; de hemel in prijzen; eer bewijzen; eerbied bewijzen; eerbiedigen; eren; feestelijk onthalen; fuiven; fêteren; hemelhoog prijzen; hoogachten; hoogschatten; houden aan; in ere houden; lofprijzen; op prijs stellen; ophemelen; respecteren; waarderen
hochachten eer aandoen; eren; hulde bewijzen; huldigen achten; appreciëren; de hemel in prijzen; eerbied bewijzen; eerbiedigen; eren; hemelhoog prijzen; hoogachten; hoogschatten; in ere houden; op prijs stellen; ophemelen; respecteren; waarderen
huldigen eer aandoen; eren; hulde bewijzen; huldigen ovatie brengen

Wiktionary: huldigen

huldigen
verb
  1. iemand hulde of eer bewijzen
huldigen
verb
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
huldigen ehren honour — think of, respect highly
huldigen ehren honour — confer honour on
huldigen ehren; beehren; verehren honorerrendre honneur et respect.



Duits

Uitgebreide vertaling voor huldigen (Duits) in het Nederlands

huldigen:

huldigen werkwoord (huldige, huldigst, huldigt, huldigte, huldigtet, gehuldigt)

  1. huldigen (achten; ehren; hochachten)
    eer aandoen; eren; huldigen; hulde bewijzen
  2. huldigen
    ovatie brengen
    • ovatie brengen werkwoord (breng 'n ovatie, brengt 'n ovatie, bracht 'n ovatie, brachten 'n ovatie, 'n ovatie gebracht)

Conjugations for huldigen:

Präsens
  1. huldige
  2. huldigst
  3. huldigt
  4. huldigen
  5. huldigt
  6. huldigen
Imperfekt
  1. huldigte
  2. huldigtest
  3. huldigte
  4. huldigten
  5. huldigtet
  6. huldigten
Perfekt
  1. habe gehuldigt
  2. hast gehuldigt
  3. hat gehuldigt
  4. haben gehuldigt
  5. habt gehuldigt
  6. haben gehuldigt
1. Konjunktiv [1]
  1. huldige
  2. huldigest
  3. huldige
  4. huldigen
  5. huldiget
  6. huldigen
2. Konjunktiv
  1. huldigte
  2. huldigtest
  3. huldigte
  4. huldigten
  5. huldigtet
  6. huldigten
Futur 1
  1. werde huldigen
  2. wirst huldigen
  3. wird huldigen
  4. werden huldigen
  5. werdet huldigen
  6. werden huldigen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde huldigen
  2. würdest huldigen
  3. würde huldigen
  4. würden huldigen
  5. würdet huldigen
  6. würden huldigen
Diverses
  1. huldige!
  2. huldigt!
  3. huldigen Sie!
  4. gehuldigt
  5. huldigend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor huldigen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eren Achten; Ehren; Erweisen der Ehre
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eer aandoen achten; ehren; hochachten; huldigen
eren achten; ehren; hochachten; huldigen Ehrfurcht bezeigen; achten; ehren; herausstreichen; hochachten; indenHimmelheben; loben; lobpreisen; preisen; rühmen; segnen
hulde bewijzen achten; ehren; hochachten; huldigen
huldigen achten; ehren; hochachten; huldigen
ovatie brengen huldigen

Synoniemen voor "huldigen":


Wiktionary: huldigen

huldigen
verb
  1. -
huldigen
verb
  1. iemand hulde of eer bewijzen