Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. wind:
  2. winden:
  3. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Wind:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wind (Nederlands) in het Duits

wind:

wind [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de wind (scheet)
    der Furz; die Fürze; die Brise; der Wind
    • Furz [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Fürze [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Brise [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Wind [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. de wind (stormwind)
    der Wind; der Sturmwind
    • Wind [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Sturmwind [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. de wind (bries)
    der Wind; die Brise
    • Wind [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Brise [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wind:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Brise bries; scheet; wind
Furz scheet; wind
Fürze scheet; wind
Sturmwind stormwind; wind hevige wind
Wind bries; scheet; stormwind; wind

Synoniemen voor "wind":


Verwante definities voor "wind":

  1. darmgassen die ontsnappen1
    • hij liet plotseling een wind1
  2. stroming van lucht buitenshuis1
    • de fietser heeft de wind tegen1

Wiktionary: wind

wind
noun
  1. stroming van lucht veroorzaakt door luchtdrukverschillen
wind
noun
  1. Meteorologie: eine gerichtete Luftbewegung in der Atmosphäre

Cross Translation:
FromToVia
wind furzen break wind — to fart
wind Furz; Pups; Fürze fart — an emission of flatulent gases
wind Wind wind — movement of air
wind Wind vent — Mouvement d’air

wind vorm van winden:

winden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de winden
    der Winde; der Stürme; die Briesen
    • Winde [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Stürme [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Briesen [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor winden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Briesen winden
Stürme winden stormaanvallen
Winde winden dommekracht; lier; vijzel; windas

Wiktionary: winden

winden
verb
  1. een draad of kabel draaiend op een as of klos aanbrengen
winden
verb
  1. (transitiv) etwas drehen, wickeln
  2. (transitiv) jemandem etwas wegnehmen

Cross Translation:
FromToVia
winden aufwickeln wind — turn coils of something around
winden rollen; wickeln enroulerrouler plusieurs fois une chose autour d’une autre, ou sur elle-même.

Verwante vertalingen van wind



Duits

Uitgebreide vertaling voor wind (Duits) in het Nederlands

Wind:

Wind [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Wind (Brise)
    de bries; de wind
    • bries [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • wind [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Wind (Brise; Furz; Fürze)
    de scheet; de wind
    • scheet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wind [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. der Wind (Sturmwind)
    de wind; de stormwind
    • wind [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stormwind [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Wind:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bries Brise; Wind
scheet Brise; Furz; Fürze; Wind
stormwind Sturmwind; Wind
wind Brise; Furz; Fürze; Sturmwind; Wind

Synoniemen voor "Wind":

  • Brise; Luftdruckausgleich; Lufthauch; Luftstrom; Lüftchen; Sturm; Wetterereignis; Wetterphänomen

Wiktionary: Wind

Wind
noun
  1. Meteorologie: eine gerichtete Luftbewegung in der Atmosphäre
Wind
noun
  1. stroming van lucht veroorzaakt door luchtdrukverschillen

Cross Translation:
FromToVia
Wind wind wind — movement of air
Wind wind vent — Mouvement d’air

Verwante vertalingen van wind