Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verstoppen (Nederlands) in het Duits

verstoppen:

verstoppen werkwoord (verstop, verstopt, verstopte, verstopten, verstopt)

  1. verstoppen (verbergen; achterhouden; verhullen; )
    verbergen; verstecken; kamouflieren
    • verbergen werkwoord (verberge, verborgen)
    • verstecken werkwoord (verstecke, versteckst, versteckt, versteckte, verstecktet, versteckt)
    • kamouflieren werkwoord (kamoufliere, kamouflierst, kamoufliert, kamouflierte, kamoufliertet, kamoufliert)
  2. verstoppen (verbergen; achterhouden; verduisteren; verheimelijken; wegstoppen)
    verbergen; verstecken; kamouflieren; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; abschirmen; tarnen; zurückhalten; hinterziehen; verhehlen
    • verbergen werkwoord (verberge, verborgen)
    • verstecken werkwoord (verstecke, versteckst, versteckt, versteckte, verstecktet, versteckt)
    • kamouflieren werkwoord (kamoufliere, kamouflierst, kamoufliert, kamouflierte, kamoufliertet, kamoufliert)
    • verheimlichen werkwoord (verheimliche, verheimlichst, verheimlicht, verheimlichte, verheimlichtet, verheimlicht)
    • verschleiern werkwoord (verschleiere, verschleierst, verschleiert, verschleierte, verschleiertet, verschleiert)
    • verschweigen werkwoord (verschweige, verschweigst, verscheigt, verschieg, verschwiegt, verschwiegen)
    • abschirmen werkwoord (schirme ab, schirmst ab, schirmt ab, schirmte ab, schirmtet ab, abgeschirmt)
    • tarnen werkwoord (tarne, tarnst, tarnt, tarnte, tarntet, getarnt)
    • zurückhalten werkwoord (halte zurück, hälst zurück, hält zurück, hielt zurück, hieltet zurück, zurückgehalten)
    • hinterziehen werkwoord (ziehe hinter, ziehst hinter, zieht hinter, zog hinter, zogt hinter, hintergezogen)
    • verhehlen werkwoord (verhehle, verhehlst, verhehlt, verhehlte, verhehltet, verhehlt)
  3. verstoppen (verschuilen)
    verstecken; verbergen; Schutz suchen; sich verstecken
    • verstecken werkwoord (verstecke, versteckst, versteckt, versteckte, verstecktet, versteckt)
    • verbergen werkwoord (verberge, verborgen)
    • Schutz suchen werkwoord
    • sich verstecken werkwoord (verstecke mich, versteckst dich, versteckt sich, versteckte sich, verstecktet euch, sich versteckt)

Conjugations for verstoppen:

o.t.t.
  1. verstop
  2. verstopt
  3. verstopt
  4. verstoppen
  5. verstoppen
  6. verstoppen
o.v.t.
  1. verstopte
  2. verstopte
  3. verstopte
  4. verstopten
  5. verstopten
  6. verstopten
v.t.t.
  1. heb verstopt
  2. hebt verstopt
  3. heeft verstopt
  4. hebben verstopt
  5. hebben verstopt
  6. hebben verstopt
v.v.t.
  1. had verstopt
  2. had verstopt
  3. had verstopt
  4. hadden verstopt
  5. hadden verstopt
  6. hadden verstopt
o.t.t.t.
  1. zal verstoppen
  2. zult verstoppen
  3. zal verstoppen
  4. zullen verstoppen
  5. zullen verstoppen
  6. zullen verstoppen
o.v.t.t.
  1. zou verstoppen
  2. zou verstoppen
  3. zou verstoppen
  4. zouden verstoppen
  5. zouden verstoppen
  6. zouden verstoppen
diversen
  1. verstop!
  2. verstopt!
  3. verstopt
  4. verstoppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verstoppen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schutz suchen verschuilen; verstoppen
abschirmen achterhouden; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen afdekken; afgrendelen; afruimen; afschermen; afschutten; behoeden; behouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; beveiligen; blinderen; in bescherming nemen; opruimen; van alarm voorzien
hinterziehen achterhouden; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen achterhouden; achteroverdrukken; afnemen; benemen; gappen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken
kamouflieren achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen bedekken; bemantelen; camoufleren; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren
sich verstecken verschuilen; verstoppen schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen
tarnen achterhouden; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen camoufleren; in omgeving op laten gaan; verkleden; vermommen
verbergen achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; verschuilen; versluieren; verstoppen; wegstoppen achterhouden; ontveinzen; verhelen; verzwijgen
verhehlen achterhouden; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontveinzen; ontvreemden; pikken; stelen; verbloemen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken
verheimlichen achterhouden; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen achterhouden; achteroverdrukken; gappen; geheim houden; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; verhelen; vervreemden; verzwijgen; wegfutselen; wegkapen; wegpikken
verschleiern achterhouden; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen bagatelliseren; bedekken; bemantelen; camoufleren; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; verbloemen; vergoelijken; verhullen; versluieren
verschweigen achterhouden; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen achterhouden; verhelen; verzwijgen
verstecken achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; verschuilen; versluieren; verstoppen; wegstoppen achterhouden; verhelen; verzwijgen; wegsteken; wegstoppen
zurückhalten achterhouden; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen achterhouden; achteroverdrukken; afhouden; bedwingen; behouden; beletten; beteugelen; ervanaf houden; gappen; in bedwang houden; inpikken; jatten; onderdrukken; ontvreemden; opzijleggen; pikken; reserveren; stelen; terughouden; verdonkeremanen; verduisteren; verhelen; vervreemden; verzwijgen; voorbehouden; weerhouden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken
- verbergen

Synoniemen voor "verstoppen":


Antoniemen van "verstoppen":


Verwante definities voor "verstoppen":

  1. ervoor zorgen dat anderen het niet zien of merken1
    • wie heeft die lolly onder mijn trui verstopt?1

Wiktionary: verstoppen

verstoppen
verb
  1. iets stoppen waar het niet gemakkelijk gevonden zal worden
  2. een nauwe gang of buis blokkeren
verstoppen
  1. etwas verstecken
verb
  1. sich oder jemand anderen oder etwas an einen Ort bringen, der anderen nicht bekannt ist, wo man nicht gesehen wird

Cross Translation:
FromToVia
verstoppen blockieren; verstopfen block — to fill
verstoppen verheimlichen; verbergen; verschleiern; verschweigen conceal — to hide something
verstoppen verstopfen foul — to clog or obstruct
verstoppen verdecken; verbergen; verheimlichen; verstecken hide — (transitive)
verstoppen verstecken; verbergen hide — (intransitive)
verstoppen bunkern; verstecken stash — store away for later use
verstoppen pfropfen; stopfen; verstopfen; zustopfen boucher — Traductions à trier suivant le sens
verstoppen verstecken; bergen; hehlen; verbergen; verhehlen; verheimlichen cachermettre (une personne ou une chose) en un lieu où on ne peut pas la voir, la découvrir.