Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- stalen:
- stallen:
- stelen:
- stal:
-
Wiktionary:
- stalen → stahl, stahlst, stahlen, stahlt, hart machen, härten, abhärten, stählen
- stallen → stallen
- stallen → Ställe
- stallen → stallen
- stelen → stehlen, klauen
- stelen → klauen, stehlen, entwenden, rauben, entblößen, abdecken, entdecken, enthüllen, bestehlen, ausrauben, beklauen
- stal → Stall, Rennstall, Bude
- stal → Stall, Pferdestall, stahl, stahlst, stahlen, stahlt
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor stalen (Nederlands) in het Duits
stalen:
Conjugations for stalen:
o.t.t.
- staal
- staalt
- staalt
- staalen
- staalen
- staalen
o.v.t.
- staalde
- staalde
- staalde
- staalden
- staalden
- staalden
v.t.t.
- heb gestaald
- hebt gestaald
- heeft gestaald
- hebben gestaald
- hebben gestaald
- hebben gestaald
v.v.t.
- had gestaald
- had gestaald
- had gestaald
- hadden gestaald
- hadden gestaald
- hadden gestaald
o.t.t.t.
- zal stalen
- zult stalen
- zal stalen
- zullen stalen
- zullen stalen
- zullen stalen
o.v.t.t.
- zou stalen
- zou stalen
- zou stalen
- zouden stalen
- zouden stalen
- zouden stalen
en verder
- ben gestaald
- bent gestaald
- is gestaald
- zijn gestaald
- zijn gestaald
- zijn gestaald
diversen
- staal!
- staalt!
- gestaald
- stalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het stalen (verharden)
Vertaal Matrix voor stalen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Abhärten | stalen; verharden | bestand maken tegen; harden |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abhärten | harden; stalen; uitharden | |
hartmachen | harden; stalen; uitharden | |
härten | harden; stalen; uitharden | hard worden; verharden |
stählen | harden; stalen; uitharden | |
verhärten | harden; stalen; uitharden | verstarren; verstenen; verstijven |
Verwante woorden van "stalen":
stallen:
-
stallen
abstellen; unterstellen; in den Stall bringen-
unterstellen werkwoord (unterstelle, unterstellst, unterstellt, unterstellte, unterstelltet, unterstellt)
-
in den Stall bringen werkwoord
Conjugations for stallen:
o.t.t.
- stal
- stalt
- stalt
- stalen
- stalen
- stalen
o.v.t.
- stalde
- stalde
- stalde
- stalden
- stalden
- stalden
v.t.t.
- heb gestald
- hebt gestald
- heeft gestald
- hebben gestald
- hebben gestald
- hebben gestald
v.v.t.
- had gestald
- had gestald
- had gestald
- hadden gestald
- hadden gestald
- hadden gestald
o.t.t.t.
- zal stallen
- zult stallen
- zal stallen
- zullen stallen
- zullen stallen
- zullen stallen
o.v.t.t.
- zou stallen
- zou stallen
- zou stallen
- zouden stallen
- zouden stallen
- zouden stallen
en verder
- ben gestald
- bent gestald
- is gestald
- zijn gestald
- zijn gestald
- zijn gestald
diversen
- stal!
- stalt!
- gestald
- stallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de stallen
Vertaal Matrix voor stallen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Ställe | stallen | hokjes; hokken; kraampjes; stalletjes; stands |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abstellen | stallen | afschaffen; afzetten; bewaren; deponeren; leggen; neerleggen; neerzetten; onderuit halen; opzij leggen; plaatsen; stationeren; stilzetten; stoppen; tot stilstand brengen; uitdoen; uitmaken; uitschakelen; uitzetten; verhelpen; wegzetten; zetten |
in den Stall bringen | stallen | op stal zetten |
unterstellen | stallen | aantijgen; bewaren; insinueren; opzij leggen; wegzetten |
Verwante woorden van "stallen":
stalen vorm van stelen:
-
stelen (ontvreemden; jatten; pikken; verdonkeremanen; gappen; wegpikken; inpikken; wegkapen; vervreemden; achteroverdrukken)
stehlen; klauen; wegschnappen; rauben-
wegschnappen werkwoord (schnappe weg, schnappst weg, schnappt weg, schnappte weg, schnapptet weg, weggeschnappt)
-
stelen (pikken; verdonkeremanen; ontnemen; toeëigenen; snaaien; gappen; kapen; inpikken; roven; ontfutselen; jatten; ontvreemden; wegpikken; wegnemen; plunderen; wegkapen; benemen; achteroverdrukken; afnemen; vervreemden; verduisteren; verdonkeren; wegpakken; leegstelen)
stehlen; klauen; abhandenmachen; rauben; wegnehmen; entwenden; hinterziehen; wegschnappen; veruntreuen-
abhandenmachen werkwoord
-
hinterziehen werkwoord (ziehe hinter, ziehst hinter, zieht hinter, zog hinter, zogt hinter, hintergezogen)
-
wegschnappen werkwoord (schnappe weg, schnappst weg, schnappt weg, schnappte weg, schnapptet weg, weggeschnappt)
-
stelen (pikken; verduisteren; wegpikken; jatten; ontvreemden; verdonkeremanen; vervreemden; inpikken; wegkapen; gappen; achterhouden; achteroverdrukken; wegfutselen)
stehlen; klauen; entwenden; hinterziehen; rauben; wegschnappen; verheimlichen; sich aneignen; zurückbehalten; zurückhalten; unterschlagen; verhehlen; veruntreuen-
hinterziehen werkwoord (ziehe hinter, ziehst hinter, zieht hinter, zog hinter, zogt hinter, hintergezogen)
-
wegschnappen werkwoord (schnappe weg, schnappst weg, schnappt weg, schnappte weg, schnapptet weg, weggeschnappt)
-
verheimlichen werkwoord (verheimliche, verheimlichst, verheimlicht, verheimlichte, verheimlichtet, verheimlicht)
-
sich aneignen werkwoord
-
zurückbehalten werkwoord (behalte zurück, behaltest zurück, behaltet zurück, behaltete zurück, behaltetet zurück, zurückbehalten)
-
zurückhalten werkwoord (halte zurück, hälst zurück, hält zurück, hielt zurück, hieltet zurück, zurückgehalten)
-
unterschlagen werkwoord (unterschlage, unterschlägst, unterschlägt, unterschlug, unterschlugt, unterschlagen)
-
stelen (snaaien; gappen; wegpikken; weggraaien)
Conjugations for stelen:
o.t.t.
- steel
- steelt
- steelt
- stelen
- stelen
- stelen
o.v.t.
- stal
- stal
- stal
- stalen
- stalen
- stalen
v.t.t.
- heb gestolen
- hebt gestolen
- heeft gestolen
- hebben gestolen
- hebben gestolen
- hebben gestolen
v.v.t.
- had gestolen
- had gestolen
- had gestolen
- hadden gestolen
- hadden gestolen
- hadden gestolen
o.t.t.t.
- zal stelen
- zult stelen
- zal stelen
- zullen stelen
- zullen stelen
- zullen stelen
o.v.t.t.
- zou stelen
- zou stelen
- zou stelen
- zouden stelen
- zouden stelen
- zouden stelen
en verder
- ben gestolen
- bent gestolen
- is gestolen
- zijn gestolen
- zijn gestolen
- zijn gestolen
diversen
- steel!
- steelt!
- gestolen
- stelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor stelen:
Verwante woorden van "stelen":
Synoniemen voor "stelen":
Verwante definities voor "stelen":
Wiktionary: stelen
stelen
Cross Translation:
verb
stelen
-
iets wegnemen van iemand en het zich wederrechtelijk toe-eigenen
- stelen → stehlen
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stelen | → klauen; stehlen | ↔ lift — to steal |
• stelen | → klauen; stehlen | ↔ pilfer — to steal in small quantities |
• stelen | → stehlen; entwenden; klauen | ↔ steal — to illegally take possession of |
• stelen | → stehlen; rauben | ↔ steal — to draw attention |
• stelen | → entwenden; stehlen; entblößen; abdecken; entdecken; enthüllen | ↔ dépouiller — Traductions à trier suivant le sens |
• stelen | → stehlen; entwenden | ↔ dérober — Enlever, voler en cachette. (Sens général). |
• stelen | → stehlen; entwenden; bestehlen; ausrauben; rauben; beklauen | ↔ voler — s’approprier le bien d’autrui. prendre quelque chose à quelqu’un sans son accord, dérober. |
stalen vorm van stal:
Vertaal Matrix voor stal:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Stall | stal | dierenverblijfplaats; hok; loopstal; varkenskot |
Verwante woorden van "stal":
Verwante definities voor "stal":
Wiktionary: stal
stal
Cross Translation:
noun
stal
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stal | → Stall; Pferdestall | ↔ stable — building for animals with hoofs |
• stal | → stahl; stahlst; stahlen; stahlt | ↔ stole — simple past of to steal |
• stal | → Pferdestall | ↔ écurie — Bâtiment destiné à loger des chevaux (1) |
• stal | → Stall | ↔ étable — lieu où l’on loger des bœufs, des vaches, des brebis et autres bestiaux. |