Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. regelbaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor regelbaar (Nederlands) in het Duits

regelbaar:

regelbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. regelbaar (afstelbaar; verstelbaar)
    verstellbar; regelbar; abstellbar

Vertaal Matrix voor regelbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abstellbar afstelbaar; regelbaar; verstelbaar
regelbar afstelbaar; regelbaar; verstelbaar
verstellbar afstelbaar; regelbaar; verstelbaar

Verwante woorden van "regelbaar":

  • regelbare

Wiktionary: regelbaar


Cross Translation:
FromToVia
regelbaar verstellbar; justierbar; einstellbar adjustable — capable of being adjusted
regelbaar variabel variable — able to vary