Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- drastisch:
-
Wiktionary:
- drastisch → drastisch
- drastisch → drastisch, extrem, aktiv, tätig, geschäftig, unternehmend, werktätig, berufstätig, arbeitend, rührig, emsig, wirksam, zum Besitztum gehörend, zu den Aktiva gehörend, Aktiv-
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor drastisch (Nederlands) in het Duits
drastisch:
-
drastisch (doortastend; krachtdadig; sterk; ferm; krachtig)
kraftvoll; kräftig; forsch; entschlossen; eingehend; drastisch; durchgreifend; entschieden; energisch; tatkräftig-
kraftvoll bijvoeglijk naamwoord
-
kräftig bijvoeglijk naamwoord
-
forsch bijvoeglijk naamwoord
-
entschlossen bijvoeglijk naamwoord
-
eingehend bijvoeglijk naamwoord
-
drastisch bijvoeglijk naamwoord
-
durchgreifend bijvoeglijk naamwoord
-
entschieden bijvoeglijk naamwoord
-
energisch bijvoeglijk naamwoord
-
tatkräftig bijvoeglijk naamwoord
-
-
drastisch (krachtig; doortastend; krachtdadig; ferm)
drastisch; durchgreifend; fest; entschieden; kräftig; energisch; entschlossen; intensiv-
drastisch bijvoeglijk naamwoord
-
durchgreifend bijvoeglijk naamwoord
-
fest bijvoeglijk naamwoord
-
entschieden bijvoeglijk naamwoord
-
kräftig bijvoeglijk naamwoord
-
energisch bijvoeglijk naamwoord
-
entschlossen bijvoeglijk naamwoord
-
intensiv bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor drastisch:
Verwante woorden van "drastisch":
Antoniemen van "drastisch":
Verwante definities voor "drastisch":
Wiktionary: drastisch
drastisch
Cross Translation:
adjective
-
een hoge graad bereikend
- drastisch → drastisch
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• drastisch | → drastisch | ↔ drastic — extreme, severe |
• drastisch | → extrem | ↔ extreme — drastic, or of great severity |
• drastisch | → aktiv; tätig; geschäftig; unternehmend; werktätig; berufstätig; arbeitend; rührig; emsig; wirksam; zum Besitztum gehörend; zu den Aktiva gehörend; Aktiv-; drastisch | ↔ énergique — Qui a de l’énergie. |
Duits
Uitgebreide vertaling voor drastisch (Duits) in het Nederlands
drastisch:
-
drastisch (kräftig; durchgreifend; fest; entschieden; energisch; entschlossen; intensiv)
doortastend; krachtdadig; drastisch; krachtig; ferm-
doortastend bijvoeglijk naamwoord
-
krachtdadig bijvoeglijk naamwoord
-
drastisch bijvoeglijk naamwoord
-
krachtig bijvoeglijk naamwoord
-
ferm bijvoeglijk naamwoord
-
-
drastisch (durchgreifend; kraftvoll; kräftig; forsch; entschlossen; eingehend; entschieden; energisch; tatkräftig)
krachtdadig; doortastend; drastisch; sterk; ferm; krachtig-
krachtdadig bijvoeglijk naamwoord
-
doortastend bijvoeglijk naamwoord
-
drastisch bijvoeglijk naamwoord
-
sterk bijvoeglijk naamwoord
-
ferm bijvoeglijk naamwoord
-
krachtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
drastisch (radikal; extrem)