Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- aanvaarden:
-
Wiktionary:
- aanvaarden → akzeptieren, annehmen, hinnehmen
- aanvaarden → annehmen, abnehmen, hinnehmen, auf sich nehmen, zusagen, akzeptieren, entgegennehmen, im Empfang nehmen, aufnehmen, sich gefallen lassen, eingehen auf, einwilligen in
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor aanvaarden (Nederlands) in het Duits
aanvaarden:
-
aanvaarden (aannemen; accepteren)
-
aanvaarden (in ontvangst nemen; ontvangen; accepteren; aannemen)
empfangen; in Empfang nehmen; annehmen; akzeptieren; hinnehmen; starten; beginnen-
in Empfang nehmen werkwoord
-
aanvaarden (cadeau aannemen; aannemen; accepteren)
annehmen; akzeptieren; ein Geschenk annehmen; einstecken; schlucken; hinnehmen; einkassieren-
ein Geschenk annehmen werkwoord
-
einkassieren werkwoord (kassiere ein, kassierst ein, kassiert ein, kassierte ein, kassiertet ein, einkassiert)
-
aanvaarden (zich laten gevallen; accepteren; voor lief nemen)
Conjugations for aanvaarden:
o.t.t.
- aanvaard
- aanvaardt
- aanvaardt
- aanvaarden
- aanvaarden
- aanvaarden
o.v.t.
- aanvaardde
- aanvaardde
- aanvaardde
- aanvaardden
- aanvaardden
- aanvaardden
v.t.t.
- heb aanvaard
- hebt aanvaard
- heeft aanvaard
- hebben aanvaard
- hebben aanvaard
- hebben aanvaard
v.v.t.
- had aanvaard
- had aanvaard
- had aanvaard
- hadden aanvaard
- hadden aanvaard
- hadden aanvaard
o.t.t.t.
- zal aanvaarden
- zult aanvaarden
- zal aanvaarden
- zullen aanvaarden
- zullen aanvaarden
- zullen aanvaarden
o.v.t.t.
- zou aanvaarden
- zou aanvaarden
- zou aanvaarden
- zouden aanvaarden
- zouden aanvaarden
- zouden aanvaarden
diversen
- aanvaard!
- aanvaardt!
- aanvaard
- aanvaardende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
aanvaarden (accepteren; acceptatie)
-
aanvaarden (innerlijke aanvaarding; aanvaarding)
Vertaal Matrix voor aanvaarden:
Synoniemen voor "aanvaarden":
Verwante definities voor "aanvaarden":
Wiktionary: aanvaarden
aanvaarden
Cross Translation:
verb
aanvaarden
-
accepteren
- aanvaarden → akzeptieren; annehmen; hinnehmen
verb
-
eine Aussage, Handlung oder ein Ereignis von negativer Natur akzeptieren, dulden oder sich dem widerspruchslos fügen
-
sich mit etwas einverstanden erklären
-
einen Vorschlag oder ein Angebot: akzeptieren
-
in Empfang nehmen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aanvaarden | → annehmen; abnehmen | ↔ accept — to receive with consent |
• aanvaarden | → hinnehmen; auf sich nehmen | ↔ accept — to endure patiently |
• aanvaarden | → zusagen; annehmen; akzeptieren | ↔ accept — to agree to |
• aanvaarden | → annehmen; akzeptieren; entgegennehmen; im Empfang nehmen; aufnehmen; auf sich nehmen; sich gefallen lassen; hinnehmen; eingehen auf; einwilligen in | ↔ accepter — Traductions à trier suivant le sens |
Computer vertaling door derden: