Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: visite

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: visite

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

visite:
- Besuch; Aufwartung
Wiktionary:
- visite → Besuch, besuchen, Visite

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

visite:
- Wiktionary:
  Visite → bezoek, visite
- Synoniemen voor "Visite":
  Krankenbesuch; Aktion; Handlung; Operation; Tat
  Besuch

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor visite (Nederlands) in het Duits

visite:

visite [de ~] zelfstandig naamwoord

de visite (bezoek; aanloop)
der Besuch; die Aufwartung
- Besuch [der ~] zelfstandig naamwoord
- Aufwartung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor visite:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Aufwartung	aanloop; bezoek; visite	geruststelling; opluchting; opwachting; verademing
Besuch	aanloop; bezoek; visite	gast; genodigde; invité; logé; overnachter; slaapgast; slaper

Verwante woorden van "visite":

visites

Wiktionary: visite

Cross Translation:

From	To	Via
• visite	→ Besuch; besuchen; Visite	↔ visite — Action d’aller voir quelqu’un par civilité ou par devoir. (Sens général).

Verwante vertalingen van visite

Duits

Uitgebreide vertaling voor visite (Duits) in het Nederlands

Visite:

Synoniemen voor "Visite":

Krankenbesuch; Aktion; Handlung; Operation; Tat
Besuch

Wiktionary: Visite

Cross Translation:

From	To	Via
• Visite	→ bezoek; visite	↔ visite — Action d’aller voir quelqu’un par civilité ou par devoir. (Sens général).