Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. spelletje:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spelletje (Nederlands) in het Duits

spelletje:

spelletje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het spelletje (beurt; rondje)
    Spiel; Spielchen; die Runde; die Partie
    • Spiel [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Spielchen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Runde [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Partie [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spelletje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Partie beurt; rondje; spelletje bouwwerk; concours; gebouw; hoeveelheid; kaveling; manche; pand; partij; pot; set; strijd; verkaveling; wedstrijd
Runde beurt; rondje; spelletje ambachtsgilde; bond; club; draaicirkel; gilde; kring; kringel; kringvormig; omgang; orde; organisatie; partijtje; potje; ringetje; ronde; rondgang; rondje; rondwandeling; toer; unie; vakgenootschap; vereniging; wedstrijdje; zijn ronde doen
Spiel beurt; rondje; spelletje Game; concours; game; match; opvoering; parade; partij; pot; show; spel; staatsie; strijd; vertoning; voorstelling; wedstrijd
Spielchen beurt; rondje; spelletje concours; partij; partijtje; pot; potje; spel; strijd; wedstrijd; wedstrijdje

Verwante woorden van "spelletje":

  • spelletjes

Wiktionary: spelletje

spelletje
noun
  1. spelletje