Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. pension:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Pension:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pension (Nederlands) in het Duits

pension:

pension [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het pension
    die Pension; der Gasthof; die Gästezimmer; Hotel; Gastzimmer; Fremdenzimmer; der Hotelbetrieb

Vertaal Matrix voor pension:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fremdenzimmer pension herberg; hotel; hotelkamer
Gasthof pension café; eetcafé; eetgelegenheid; eethuis; eethuisje; herberg; hotel; kroeg; restaurant; restauratie; tapperij; taveerne
Gastzimmer pension herberg; hotel
Gästezimmer pension gastenkamer; herberg; hotel; hotelkamer; logeerkamer
Hotel pension herberg; hotel
Hotelbetrieb pension herberg; hotel; hotelbedrijf; hotelmaatschappij
Pension pension a.o.w.-uitkering; jaargeld; kosthuis; ouderdomspensioen; pensioen

Verwante woorden van "pension":

  • pensions

Wiktionary: pension


Cross Translation:
FromToVia
pension Pension; Gasthaus boarding house — private house for paying guests
pension Heim; Wohnheim; Herberge hostel — an affordable overnight lodging place
pension Rente pension — regular payment due to a person in consideration of past services
pension Pension pension — boarding house
pension Pensionat pensionnatétablissement particulier où l’on prend en pension des enfants de l’un ou de l’autre sexe pour les instruire.

Computer vertaling door derden:


Duits

Uitgebreide vertaling voor pension (Duits) in het Nederlands

Pension:

Pension [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Pension (Gasthof; Gästezimmer; Hotel; )
    het pension
    • pension [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Pension
    het pensioen
    • pensioen [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Pension
    het kosthuis
    • kosthuis [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. die Pension (Altersversorgung)
    het ouderdomspensioen
  5. die Pension (jährliche Zuwendung; Rente; Leibrente)
    het jaargeld
    • jaargeld [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. die Pension (Arbeitsunfähigkeitsrente; Rente; jährliche Zuwendung)
    a.o.w.-uitkering

Vertaal Matrix voor Pension:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
a.o.w.-uitkering Arbeitsunfähigkeitsrente; Pension; Rente; jährliche Zuwendung
jaargeld Leibrente; Pension; Rente; jährliche Zuwendung
kosthuis Pension
ouderdomspensioen Altersversorgung; Pension
pensioen Pension
pension Fremdenzimmer; Gasthof; Gastzimmer; Gästezimmer; Hotel; Hotelbetrieb; Pension

Synoniemen voor "Pension":


Wiktionary: Pension

Pension
noun
  1. loon uitgesteld tot de tijd dat men niet langer actief is op de arbeidsmarkt

Cross Translation:
FromToVia
Pension pension boarding house — private house for paying guests
Pension pension pension — boarding house

Computer vertaling door derden: