Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. wrang:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. wringen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wrang (Nederlands) in het Duits

wrang:

wrang bijvoeglijk naamwoord

  1. wrang (zuur smakend; zuur)
    sauer; sauer schmeckend; herb

Vertaal Matrix voor wrang:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
herb wrang; zuur; zuur smakend bitter; bitterachtig; galachtig; hard; hardop; keihard; luid; onbewaakt; oorverdovend; rins; sec; zurig; zuur
sauer wrang; zuur; zuur smakend afgezaagd; bitter; boos; ellendig; ergerlijk; gebelgd; gepikeerd; geprikkeld; giftig; hard; hardop; irritant; kwaad; langdraadig; langwijlig; lastig; luid; melig; misnoegd; nijdig; ontevreden; ontstemd; rot; saai; verbolgen; vertoornd; vervelend; woedend; wrevelig; zeer boos
sauer schmeckend wrang; zuur; zuur smakend

Verwante woorden van "wrang":

  • wrangheid, wranger, wrangere, wrangst, wrangste, wrange

Wiktionary: wrang


Cross Translation:
FromToVia
wrang sauer; herb tart — with sharp taste, sour



Duits

Uitgebreide vertaling voor wrang (Duits) in het Nederlands

wringen:

wringen werkwoord (wringe, wringst, wringt, wrang, wrangt, gewrungen)

  1. wringen (mit jemandem ringen; klemmen; kämpfen; )
    worstelen; met iemand worstelen
  2. wringen (auswringen)
    uitwringen; wringen
    • uitwringen werkwoord (wring uit, wringt uit, wrong uit, wrongen uit, uitgewrongen)
    • wringen werkwoord (wring, wringt, wrong, wrongen, gewrongen)
  3. wringen (winden; wriggen; rütteln; wricken)
    wrikken
    • wrikken werkwoord (wrik, wrikt, wrikte, wrikten, gewrikt)
  4. wringen (winden; kämpfen; drücken; ringen)

Conjugations for wringen:

Präsens
  1. wringe
  2. wringst
  3. wringt
  4. wringen
  5. wringt
  6. wringen
Imperfekt
  1. wrang
  2. wrangst
  3. wrang
  4. wrangen
  5. wrangt
  6. wrangen
Perfekt
  1. habe gewrungen
  2. hast gewrungen
  3. hat gewrungen
  4. haben gewrungen
  5. habt gewrungen
  6. haben gewrungen
1. Konjunktiv [1]
  1. wringe
  2. wringest
  3. wringe
  4. wringen
  5. wringet
  6. wringen
2. Konjunktiv
  1. wränge
  2. wrängest
  3. wränge
  4. wrängen
  5. wränget
  6. wrängen
Futur 1
  1. werde wringen
  2. wirst wringen
  3. wird wringen
  4. werden wringen
  5. werdet wringen
  6. werden wringen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde wringen
  2. würdest wringen
  3. würde wringen
  4. würden wringen
  5. würdet wringen
  6. würden wringen
Diverses
  1. wring!
  2. wringt!
  3. wringen Sie!
  4. gewrungen
  5. wringend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor wringen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wringen Ringen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
met iemand worstelen drehen; drücken; klemmen; kämpfen; mit jemandem ringen; ringen; schwingen; winden; wringen
uitwringen auswringen; wringen
worstelen drehen; drücken; klemmen; kämpfen; mit jemandem ringen; ringen; schwingen; winden; wringen kämpfen; ringen; schwingen
wrikken rütteln; winden; wricken; wriggen; wringen rütteln; wricken; wriggeln
wringen auswringen; wringen
zich wringen drücken; kämpfen; ringen; winden; wringen

Wiktionary: wringen

wringen
verb
  1. in einer Drehbewegung verzwängen, insbesondere um Feuchtigkeit aus einem Gewebe zu drücken
wringen
verb
  1. met een draaiende beweging iets vervormen
  2. in een beperkte ruimte bewegen door te draaien

Cross Translation:
FromToVia
wringen mangelen mangle — to wring laundry
wringen uitwringen wring — to squeeze or twist tightly so that liquid is forced out