Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voeding (Nederlands) in het Duits

voeding:

voeding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de voeding (spijziging; voedsel; eten; kost)
    die Kost; die Nahrung; Essen; die Ernährung; die Verpflegung
    • Kost [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Nahrung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Essen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Ernährung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Verpflegung [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. de voeding (voedsel; eten; spijs; eetwaren; proviand)
    die Speisung; die Nahrungsmittel; Essen; Futter; die Speise; die Ernährung; die Nahrung; der Proviant; die Verpflegung; Fressen; die Mundvorräte; die Beköstigung; die Mundvorrat; die Kost
  3. de voeding
    die Ernährung

Vertaal Matrix voor voeding:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Beköstigung eetwaren; eten; proviand; spijs; voeding; voedsel kost; onderhoud; onderhoudsgeld; voedsel
Ernährung eetwaren; eten; kost; proviand; spijs; spijziging; voeding; voedsel voedingsmiddelen; voedsel
Essen eetwaren; eten; kost; proviand; spijs; spijziging; voeding; voedsel brunch; diner; eten; maal; maaltijd
Fressen eetwaren; eten; proviand; spijs; voeding; voedsel bikken; schrokken; vreten
Futter eetwaren; eten; proviand; spijs; voeding; voedsel binnenbekleding; iemand die voedt; veevoer; voeder; voedering; voer; voering
Kost eetwaren; eten; kost; proviand; spijs; spijziging; voeding; voedsel voedingsmiddelen; voedsel
Mundvorrat eetwaren; eten; proviand; spijs; voeding; voedsel
Mundvorräte eetwaren; eten; proviand; spijs; voeding; voedsel
Nahrung eetwaren; eten; kost; proviand; spijs; spijziging; voeding; voedsel voedingsmiddelen; voedsel
Nahrungsmittel eetwaren; eten; proviand; spijs; voeding; voedsel voedingsmiddel; voedingsmiddelen; voedingsproduct; voedsel
Proviant eetwaren; eten; proviand; spijs; voeding; voedsel leeftocht
Speise eetwaren; eten; proviand; spijs; voeding; voedsel diner; eten; gerecht; maal; maaltijd; schotel; voedingsmiddelen; voedsel
Speisung eetwaren; eten; proviand; spijs; voeding; voedsel
Verpflegung eetwaren; eten; kost; proviand; spijs; spijziging; voeding; voedsel

Verwante woorden van "voeding":

  • voedingen

Wiktionary: voeding


Cross Translation:
FromToVia
voeding Nutrition; Nahrung; Ernährung nutrition — nutrition
voeding Strom; Energie power — electricity supply
voeding Nahrungsmittel; Ätzung; Ernährung; Futter aliment — Ce qui se manger et servir à entretenir la vie.
voeding Essen; Futter; Ätzung; Ernährung; Nahrung; Nahrungsmittel; Gericht; Speise nourriturealiment.
voeding Trift; Weide; Wiese; Atzung; Ernährung; Futter; Nahrung; Nahrungsmittel; Fourage pâture — éleva|fr nourriture des bêtes, des oiseaux, des poissons.