Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. huiswerk:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor huiswerk (Nederlands) in het Duits

huiswerk: (*Woord en zin splitter gebruikt)

Spelling Suggesties voor: huiswerk

huiswerk:


Vertaal Matrix voor huiswerk:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
- huishoudelijk werk; schoolwerk

Verwante woorden van "huiswerk":

  • huiswerken

Verwante definities voor "huiswerk":

  1. opdrachten van school die je thuis moet maken1
    • hebben we nog huiswerk voor Engels?1

Wiktionary: huiswerk

huiswerk
noun
  1. schoolwerk dat thuis verricht moet worden
huiswerk
noun
  1. Aufgabe, welche Lehrer Schülern aufgeben und in der Regel zu Hause gemacht werden sollen
  2. Aufgaben, die in einem Haushalt anfallen
  3. Verhältnis, bei dem man eine Tätigkeit gegen Geld verrichtet

Cross Translation:
FromToVia
huiswerk Hausaufgaben homework — work that is done at home
huiswerk Hausaufgaben homework — preliminary or preparatory work
huiswerk Pflicht; Hausaufgabe; Aufgabe devoir — Ce à quoi on est obliger par la raison, par la morale, par la loi, par sa condition, par la bienséance, etc.

User Translations:
Word Translation Votes
huiswerk Hausaufgaben 48
huiswerk hausaufgaben 26
huiswerk Hausarbeit 15
huiswerk Hausaufgabe 14
huiswerk hausaufgabe 8
huiswerk die Hausaufgaben 4

Computer vertaling door derden:


Duits

Suggesties voor huiswerk in het Duits

Spelling Suggesties voor: huiswerk

Computer vertaling door derden: