Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: ministerie

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: ministerie

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

ministerie:
- Ministerium; Abteilung; Zweigstelle
Wiktionary:
- ministerie → Ministerium, Staatsanwaltschaft
- ministerie → Ministerium

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ministerie (Nederlands) in het Duits

ministerie:

ministerie [het ~] zelfstandig naamwoord

het ministerie (departement)
Ministerium; die Abteilung; die Zweigstelle
- Ministerium [das ~] zelfstandig naamwoord
- Abteilung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zweigstelle [die ~] zelfstandig naamwoord
het ministerie
Ministerium
- Ministerium [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ministerie:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Abteilung	departement; ministerie	afdeling; bestuursregio; departement; detachement; divisie; sectie; tak
Ministerium	departement; ministerie	afdelingen; departementen
Zweigstelle	departement; ministerie	agentschap; ander filiaal; bestuursregio; bijgebouw; bijkantoor; departement; dependance; filiaal; hulpkantoor

Verwante woorden van "ministerie":

ministeries

Wiktionary: ministerie

ministerie

noun

een afdeling van een overheid waar het beleid van de regering wordt uitgevoerd
- ministerie → Ministerium
Openbaar Ministerie
- ministerie → Staatsanwaltschaft

ministerie

noun

ein Gebäude, in dem [1] seinen Sitz hat
- Ministerium → ministerie
oberste Behörde eines Staates unter der Leitung eines Ministers
- Ministerium → ministerie

Cross Translation:

From	To	Via
• ministerie	→ Ministerium	↔ ministry — government department
• ministerie	→ Ministerium	↔ ministère — L’emploi, la charge qu’on exercer.

Verwante vertalingen van ministerie