Nederlands

Uitgebreide vertaling voor distributie (Nederlands) in het Duits

distributie:

distributie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de distributie (distributiekantoor)
    die Vertriebsstelle; die Zuteilungsstelle
  2. de distributie (rantsoenering)
    die Distribution; die Verteilung; die Zwangsbewirtschaftung; die Rationierung; die Zuteilung; die Güterverteilung
  3. de distributie
    die Verteilung

Vertaal Matrix voor distributie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Distribution distributie; rantsoenering afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; uitstrooiing; verspreiding; verstrekking
Güterverteilung distributie; rantsoenering uitstrooiing; verspreiding
Rationierung distributie; rantsoenering
Verteilung distributie; rantsoenering doorgifte; indexdoorgifte; spreiding; uitstrooiing; verspreiding
Vertriebsstelle distributie; distributiekantoor
Zuteilung distributie; rantsoenering bestemming; toewijzing; toewijzingen
Zuteilungsstelle distributie; distributiekantoor
Zwangsbewirtschaftung distributie; rantsoenering uitstrooiing; verspreiding

Verwante woorden van "distributie":

  • distributies

Wiktionary: distributie

distributie
noun
  1. verdeling, verspreiding
distributie
noun
  1. Wirtschaft: Teilbereich des Handels; das Geschäft eines Unternehmens mit seinen Abnehmern
  2. Verteilung, Verteiltsein, Verbreitetsein

Cross Translation:
FromToVia
distributie Austeilung; Verbreitung; Distribution distribution — act of distribution or being distributed
distributie Distribution; Absatz distribution — process by which commodities get to final consumers
distributie Aufteilung; Verbreitung; Streuung distribution — anything distributed; portion; share
distributie Distribution; Aufteilung; Gliederung distribution — distribution in statistics
distributie Verteilung; Ausgeben; Verteilen; Austeilen; Austeilung distributionaction de distribuer ou résultat de cette action.