Nederlands
Uitgebreide vertaling voor handschoen (Nederlands) in het Duits
handschoen:
-
de handschoen (want)
Vertaal Matrix voor handschoen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Fäustling | handschoen; want | |
Handschuh | handschoen; want |
Verwante woorden van "handschoen":
Wiktionary: handschoen
handschoen
Cross Translation:
noun
handschoen
-
een handkledingstuk met aparte vingers
- handschoen → Handschuh
noun
-
Kleidungsstück, das Hand und Finger bedecken, wärmen und/oder schützen; aus den verschiedensten Materialien, zum Beispiel Leder, Wolle, Metall, Satin und für die verschiedensten Zwecke, zum Beispiel als Arbeitshandschuhe oder Ballhandschuhe
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• handschoen | → Handschuh | ↔ glove — item of clothing |
• handschoen | → Handschuh | ↔ gant — vête|fr objet d’habillement, qui couvrir la main et chaque doigt séparément. |
Duits
Uitgebreide vertaling voor handschoen (Duits) in het Nederlands
handschoen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- Hand: hand; poot; klauw; jat; knuist
- schön: mooi; knap; fraai; attractief; goed ogend; welgevallig; leuk; fijn; aangenaam; prettig; plezierig; plezant; behaaglijk; schoon; welgemaakt; aanlokkelijk; lief; sympathiek; aantrekkelijk; schattig; verrukkelijk; aanbiddelijk; begeerenswaardig; aardig; charmant; bevallig; vriendelijk; hartelijk; minnelijk; slank en smal; gemakkelijk; comfortabel; geriefelijk; verleidelijk; uitnodigend; allerliefst; bekoorlijk; uitlokkend; verlokkend; verzoekend; alleraardigst; decoratief; bewonderenswaardig; lieflijk; appetijtelijk; oogstrelend