Nederlands
Uitgebreide vertaling voor familiair (Nederlands) in het Duits
familiair:
-
familiair (makkelijk in de omgang)
umgänglich; gemütlich in der Umgang-
umgänglich bijvoeglijk naamwoord
-
gemütlich in der Umgang bijvoeglijk naamwoord
-
-
familiair (tutoyerend)
Vertaal Matrix voor familiair:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bekannt | familiair; tutoyerend | bekend; ruchtbaar; vertrouwd |
familiär | familiair; tutoyerend | bekend; gemeenzaam; vertrouwd |
gemütlich in der Umgang | familiair; makkelijk in de omgang | |
umgänglich | familiair; makkelijk in de omgang | aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; geschikt; gezellig; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; onderhoudend; plezierig; sociabel; tof; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig |