Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- bergtop:
- opbergen:
-
Wiktionary:
- bergtop → Gipfel
- opbergen → wegräumen, wegschließen
- opbergen → bunkern, verstecken, herausheben, beseitigen, bergen, einschließen, spannen, klemmen, pressen, zwängen, zusammendrücken, kondensieren, komprimieren, abräumen, fortnehmen, entziehen, wegnehmen, suspendieren, zurücklegen, abschaffen, entfernen, fortschaffen, wegbringen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bergtop (Nederlands) in het Duits
bergtop:
Vertaal Matrix voor bergtop:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Berggipfel | bergtop; piek; top | bergspits; centrumspits; spits |
Gipfel | bergtop; piek; top | bergspits; centrumspits; culminatie; heuveltop; hoogst bereikbare punt; hoogst haalbare; hoogste punt; hoogte van de top; hoogtepunt; kader; kruin; lijst; omranding; piek; rand; spits; summum; top; topconferentie; topje; topontmoeting; toppunt |
Spitze | bergtop; piek; top | aanvoeren; aanvoering; bergspits; bovenkant; bovenzijde; culminatie; eerste plaats; franje; gevel; helmpluim; hoogst bereikbare punt; hoogst haalbare; hoogste punt; hoogtepunt; kant; kantkloswerk; kantwerk; leiding; passement; passementerie; piek; pluim; pui; punt; summum; tonsuur; top; toppunt; torenspits; uitsteeksel; versierende omzoming; versiering van rafels; voorgaan; voorgevel; voorsprong; voorzijde; zenit |
Verwante woorden van "bergtop":
opbergen:
-
opbergen (archiveren; opslaan; bewaren)
-
opbergen (wegbergen)
-
opbergen (wegsluiten; wegbergen)
Conjugations for opbergen:
o.t.t.
- berg op
- bergt op
- bergt op
- bergen op
- bergen op
- bergen op
o.v.t.
- borg op
- borg op
- borg op
- borgen op
- borgen op
- borgen op
v.t.t.
- heb opgeborgen
- hebt opgeborgen
- heeft opgeborgen
- hebben opgeborgen
- hebben opgeborgen
- hebben opgeborgen
v.v.t.
- had opgeborgen
- had opgeborgen
- had opgeborgen
- hadden opgeborgen
- hadden opgeborgen
- hadden opgeborgen
o.t.t.t.
- zal opbergen
- zult opbergen
- zal opbergen
- zullen opbergen
- zullen opbergen
- zullen opbergen
o.v.t.t.
- zou opbergen
- zou opbergen
- zou opbergen
- zouden opbergen
- zouden opbergen
- zouden opbergen
en verder
- ben opgeborgen
- bent opgeborgen
- is opgeborgen
- zijn opgeborgen
- zijn opgeborgen
- zijn opgeborgen
diversen
- berg op!
- bergt op!
- opgeborgen
- opberegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor opbergen:
Wiktionary: opbergen
opbergen
Cross Translation:
verb
-
op een veilige plaats wegdoen
- opbergen → wegräumen; wegschließen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opbergen | → bunkern; verstecken | ↔ stash — store away for later use |
• opbergen | → herausheben; beseitigen; bergen | ↔ enlever — Déplacer vers le haut. |
• opbergen | → einschließen; spannen; klemmen; pressen; zwängen; zusammendrücken; kondensieren; komprimieren | ↔ serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général). |
• opbergen | → abräumen; fortnehmen; entziehen; wegnehmen; bergen; suspendieren; zurücklegen; abschaffen; beseitigen; entfernen; fortschaffen; wegbringen | ↔ ôter — tirer une chose de la place où elle est. Se dit aussi en parlant des personnes et des animaux. |
Duits