Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- vermetelheid:
- vermetel:
-
Wiktionary:
- vermetelheid → Kühnheit, Wagemut, Waghalsigkeit, Verwegenheit, Draufgängertum, Dreistigkeit, Keckheit, Frechheit, Unverschämtheit
- vermetel → kühn, waghalsig, unverfroren, wagemutig, verwegen, unerschrocken, draufgängerisch, dreist, keck, frech
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vermetelheid (Nederlands) in het Duits
vermetelheid:
-
de vermetelheid (onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; driestheid; koenheid; kloekheid)
-
de vermetelheid (waaghalzerij; roekeloosheid; overmoed; onbesuisdheid)
der Übermut; die Tollkühnheit; der Leichtsinn; die Kühnheit; die Waghalsigkeit; die Verwegenheit; die Unüberlegtheit; die Unbesonnenheit
Vertaal Matrix voor vermetelheid:
Verwante woorden van "vermetelheid":
Wiktionary: vermetelheid
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vermetelheid | → Kühnheit; Wagemut; Waghalsigkeit; Verwegenheit; Draufgängertum; Dreistigkeit; Keckheit; Frechheit; Unverschämtheit | ↔ audace — hardiesse excessif. |
vermetel:
-
vermetel (onvervaard; stoutmoedig; koen; onbeducht; onverschrokken; onbevreesd; manmoedig; kranig)
mutig; freimütig; tapfer; keck; mannhaft; furchtlos; kühn; unverzagt; gewagt; wagemutig; unerschrocken-
mutig bijvoeglijk naamwoord
-
freimütig bijvoeglijk naamwoord
-
tapfer bijvoeglijk naamwoord
-
keck bijvoeglijk naamwoord
-
mannhaft bijvoeglijk naamwoord
-
furchtlos bijvoeglijk naamwoord
-
kühn bijvoeglijk naamwoord
-
unverzagt bijvoeglijk naamwoord
-
gewagt bijvoeglijk naamwoord
-
wagemutig bijvoeglijk naamwoord
-
unerschrocken bijvoeglijk naamwoord
-
-
vermetel (roekeloos; overmoedig; doldriest; lichtzinnig; waaghalzig)
übermütig; keck; unbesonnen; verwegen; leichtsinnig; tollkühn; waghalsig-
übermütig bijvoeglijk naamwoord
-
keck bijvoeglijk naamwoord
-
unbesonnen bijvoeglijk naamwoord
-
verwegen bijvoeglijk naamwoord
-
leichtsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
tollkühn bijvoeglijk naamwoord
-
waghalsig bijvoeglijk naamwoord
-
-
vermetel (waaghalzig; roekeloos; overmoedig; halsbrekend)
waghalsig; draufgängerisch; tollkühn-
waghalsig bijvoeglijk naamwoord
-
draufgängerisch bijvoeglijk naamwoord
-
tollkühn bijvoeglijk naamwoord
-