Nederlands

Uitgebreide vertaling voor takje (Nederlands) in het Duits

takje:

takje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het takje (twijg; loot)
    der junger Zweig; Reis

Vertaal Matrix voor takje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Reis loot; takje; twijg rijst
junger Zweig loot; takje; twijg

Verwante woorden van "takje":


Wiktionary: takje


Cross Translation:
FromToVia
takje Stock stick — twig or small branch

takje vorm van tak:

tak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tak (afdeling; departement; detachement; sectie)
    die Abteilung; die Sektion; die Geschäftsstelle
  2. de tak (boomtak; ent)
    der Zweig; der Ast; der Baumzweig
    • Zweig [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ast [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Baumzweig [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. de tak (deelsoort)
    der Zweig; Fach
    • Zweig [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Fach [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abteilung afdeling; departement; detachement; sectie; tak afdeling; bestuursregio; departement; divisie; ministerie; sectie
Ast boomtak; ent; tak hofnar; nar
Baumzweig boomtak; ent; tak
Fach deelsoort; tak beroep; discipline; metier; specialisatie; specialisme; tak van wetenschap; vak; vakgebied; werk
Geschäftsstelle afdeling; departement; detachement; sectie; tak agentschap; bestuursregio; bijkantoor; departement; filiaal; hulpkantoor
Sektion afdeling; departement; detachement; sectie; tak afdeling; autopsie; bestuursregio; departement; divisie; lijkschouwing; sectie
Zweig boomtak; deelsoort; ent; tak afstammeling; nakomeling; telg

Verwante woorden van "tak":


Verwante definities voor "tak":

  1. deel van boom of struik dat zich afsplitst van de stam1
    • dode takken vallen uit de boom1
  2. onderdeel dat zich afsplitst1
    • tennis is een tak van sport1

Wiktionary: tak

tak
noun
  1. een deel van een boom of struik

Cross Translation:
FromToVia
tak Zweig; Ast bough — tree branch
tak Zweig; Ast branch — woody part of a tree arising from the trunk and usually dividing
tak Abzweigung; Ästelung; Zweigung branch — something that divides like the branch of a tree
tak Disziplin discipline — category in which a certain activity belongs
tak Kante edge — in graph theory: any of the pairs of vertices in a graph
tak Stock stick — twig or small branch
tak Ast; Zweig; Sektion; Linie; Abzweigung; Verzweigung; Sprosse; Arm; Schenkel; Zweiggebiet; Teilgebiet; Fach; Bereich; Sparte; Disziplin; Branche; Ramus branche — Traductions à trier suivant le sens
tak Bauernhof; Besitzung; Gut; Landgut; Bauerngut domaine — Propriété d’une assez vaste étendue et contenant des biens-fonds de diverse nature. (Sens général)
tak Abteilung; Fach spécialitécaractère de ce qui est spécial.

Computer vertaling door derden: