Nederlands

Uitgebreide vertaling voor plechtigheid (Nederlands) in het Duits

plechtigheid:

plechtigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de plechtigheid (ceremonie; plichtpleging; omhaal)
    die Zeremonie; die Formalität; die Feier; die Pracht; die Vierung; die Feierlichkeit; die Prozession; die Förmlichkeit; die Festlichkeit; die Stattlichkeit
  2. de plechtigheid (statigheid; gedragenheid; voornaamheid; plechtstatigheid; vormelijkheid)
    die Feierlichkeit; die Würde; die Förmlichkeit; die Herrlichkeit; die Vornehmheit; die Stattlichkeit

Vertaal Matrix voor plechtigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Feier ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging ceremonie; feest; feestdag; feestelijkheid; festiviteit; jaarfeest; opvoering; parade; processie; show; staatsie; stoet; vertoning; viering; voorstelling
Feierlichkeit ceremonie; gedragenheid; omhaal; plechtigheid; plechtstatigheid; plichtpleging; statigheid; voornaamheid; vormelijkheid ceremonie; deftigheid; eerbiedwaardigheid; feest; feestelijkheid; festiviteit; opvoering; parade; processie; show; staatsie; statigheid; stoet; vertoning; viering; voorstelling
Festlichkeit ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging ceremonie; feest; feestelijkheid; feestje; feestviering; festiviteit; opvoering; parade; party; processie; show; staatsie; stoet; vertoning; viering; voorstelling
Formalität ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging formaliteit; hamerstuk
Förmlichkeit ceremonie; gedragenheid; omhaal; plechtigheid; plechtstatigheid; plichtpleging; statigheid; voornaamheid; vormelijkheid beleefdheidsbetuiging; formaliteit; hamerstuk; plichtpleging
Herrlichkeit gedragenheid; plechtigheid; plechtstatigheid; statigheid; voornaamheid; vormelijkheid gelukzaligheid; gezegende toestand; grandeur; grootsheid; heerlijkheid; heil; indrukwekkendheid; kostelijkheid; luxe; overvloed; pracht; voorspoed; weelde; weelderigheid; wijding; zegen; zegenen; zegening
Pracht ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging glans; grandeur; grootsheid; indrukwekkendheid; luister; luxe; overvloed; praal; pracht; processie; pronk; rijkheid; schoonheid; staatsie; stoet; weelde; weelderigheid
Prozession ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging ommegang; optocht; processie; staatsie; stoet
Stattlichkeit ceremonie; gedragenheid; omhaal; plechtigheid; plechtstatigheid; plichtpleging; statigheid; voornaamheid; vormelijkheid aanzien; ceremonie; dapperheid; edel; eminentie; feest; feestelijkheid; festiviteit; grandeur; grootheid; grootsheid; hoogheid; indrukwekkendheid; koenheid; luxe; moed; onversaagdheid; overvloed; overvloedigheid; pracht; rijkelijkheid; verheffing; verhevenheid; viering; weelde; weelderigheid
Vierung ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging ceremonie; feest; feestelijkheid; festiviteit; viering
Vornehmheit gedragenheid; plechtigheid; plechtstatigheid; statigheid; voornaamheid; vormelijkheid deftigheid; distinctie; gedistingeerdheid; voornaamheid; welgemanierdheid
Würde gedragenheid; plechtigheid; plechtstatigheid; statigheid; voornaamheid; vormelijkheid deftigheid; distinctie; gedistingeerdheid; merite; verdienste; voornaamheid; waarde; waardigheid; welgemanierdheid
Zeremonie ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging ceremonie; feest; feestelijkheid; festiviteit; opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; viering; voorstelling
- ceremonie

Verwante woorden van "plechtigheid":


Synoniemen voor "plechtigheid":


Verwante definities voor "plechtigheid":

  1. officiële bijeenkomst vanwege een bijzondere gebeurtenis1
    • de huwelijksplechtigheid was op het stadhuis1

Wiktionary: plechtigheid

plechtigheid
noun
  1. een sociale gebeurtenis die met ernst en ceremonieel gepaard gaat

Cross Translation:
FromToVia
plechtigheid Zeremonie ceremony — ritual with religious significance
plechtigheid Feierlichkeit; Förmlichkeit; Zeremonie; Höflichkeitsgeste cérémonieensemble des formes extérieures et régulier du culte religieux, des célébrations mystiques.

plechtigheid vorm van plechtig:

plechtig bijvoeglijk naamwoord

  1. plechtig (plechtstatig; statig; zeer plechtig)
    stattlich; königlich; herrschaftlich; gehoben; feierlich; vornehm; förmlich; festlich; würdevoll; hocherhaben; herrlich; erhaben; würdig; elegant; ansehnlich
  2. plechtig (indrukwekkend; aanzienlijk; majestueus; )
    ansehnlich

Vertaal Matrix voor plechtig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stattlich groots; grootschalig; reuze
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ansehnlich aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk; zeer plechtig aanmerkelijk; aanzienlijk; adelijk; beduidend; behoorlijk; beroemd; chic; doorluchtig; eerbaar; eerbiedwekkend; eerzaam; elegant; enorm; esthetisch; flink; fors; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; indrukwekkend; keurig; kies; modieuze verfijning; respectabel; royaal; sierlijk; smaakvol; stijlvol; substantieel; verfijnd; verheven; voornaam; vorstelijk
elegant plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig aangekleed; aanzienlijk; adelijk; beroemd; chic; decoratief; doorluchtig; elegant; esthetisch; gedistingeerd; gekleed; geraffineerd; gewichtig; gracieus; hooggeplaatst; illuster; modieuze verfijning; sierlijk; smaakvol; stijlvol; verfijnd; verheven; voornaam
erhaben plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig aanmatigend; aanzienlijk; adelijk; arrogant; beroemd; deftig; doorluchtig; edel; edelmoedig; eerbiedwaardig; gedistingeerd; geringschattend; gewichtig; grootmoedig; groots; hautain; hooggeplaatst; hooghartig; hoogmoedig; hoogstaand; hoogverheven; hovaardig; illuster; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; nobel; statig; trots; uit de hoogte; verheven; verwaand; voornaam; waardig; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
feierlich plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig ernstig; feestelijk; serieus; vol ernst; werkelijk menend
festlich plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig feestelijk
förmlich plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig ambtelijk; complimenteus; flatterend; formeel; officieel; pro forma; strelend; vleiend; vormelijk
gehoben plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam
herrlich plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig aangenaam; aanzienlijk; adelijk; behaaglijk; beroemd; doorluchtig; fijn; gaaf; gedistingeerd; gewichtig; glorierijk; goddelijk; heerlijk; heilig; hemels; hooggeplaatst; illuster; kostelijk; lekker; leuk; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; mieters; oogverblindend; overheerlijk; paradijselijk; plezant; plezierig; prachtig; prettig; reuzelekker; roemrijk; roemvol; schitterend; slank en smal; smakelijk; tof; verblindend; verheerlijkt; verheven; verrukkelijk; voornaam; zalig
herrschaftlich plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; geducht; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; in hoge mate; verheven; voornaam
hocherhaben plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig aanzienlijk; adelijk; beroemd; deftig; doorluchtig; eerbiedwaardig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; hoogverheven; illuster; statig; verheven; voornaam; waardig
königlich plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig aanzienlijk; adelijk; aristocratisch; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; koninklijk; verheven; voornaam; vorstelijk
stattlich plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig aanzienlijk; adelijk; behoorlijk; beroemd; chic; danig; dapper; deftig; doorluchtig; duchtig; eerbiedwaardig; elegant; esthetisch; ferm; fier; flink; fors; fysiek sterk; gedistingeerd; geraffineerd; gewichtig; glorieus; groots; heldhaftig; heroïsch; hooggeplaatst; illuster; kloek; krachtig; moedig; onverschrokken; potig; prat; rijzig; sierlijk; smaakvol; statig; sterk; stevig; stijlvol; stout; stoutmoedig; trots; verfijnd; verheven; voornaam; waardig; weids
vornehm plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig aanzienlijk; adelijk; beroemd; deftig; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; vooraanstaand; voornaam
würdevoll plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig aanzienlijk; adelijk; beroemd; deftig; doorluchtig; eerbiedwaardig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; statig; verheven; voornaam; waardig
würdig plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig aanzienlijk; adelijk; beroemd; deftig; doorluchtig; eerbiedwaardig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; statig; verheven; voornaam; waardig

Verwante woorden van "plechtig":

  • plechtigheid, plechtiger, plechtigere, plechtigst, plechtigste, plechtige

Verwante definities voor "plechtig":

  1. officieel en ernstig1
    • het was een plechtige dienst1

Wiktionary: plechtig

plechtig
adjective
  1. met ceremonieel
plechtig
adjective
  1. in der Art und Weise einer Feier, auf eine Feier bezogen; mit festlicher Stimmung oder Ausstattung

Cross Translation:
FromToVia
plechtig feierlich; festlich solennel — Qui est célébré avec pompe, par des cérémonies publiques.