Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. paus:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor paus (Nederlands) in het Duits

paus:

paus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de paus
    der Papst
    • Papst [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor paus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Papst paus

Verwante woorden van "paus":

  • pausen

Wiktionary: paus

paus
noun
  1. hoofd van de katholieke kerk
paus
noun
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
paus Pontifex pontiff — pope
paus Papst; Päpstin pope — head of Roman Catholic Church
paus Papst pape — sens religieux