Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. friet:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor friet (Nederlands) in het Duits

friet:

friet [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de friet (frites; patat)
    die Pommes Frites

Vertaal Matrix voor friet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Pommes Frites friet; frites; patat

Verwante woorden van "friet":

  • frieten, frietje, frietjes

Synoniemen voor "friet":


Verwante definities voor "friet":

  1. reepjes aardappel in olie of vet gebakken1
    • wil je ook een zak friet?1

Wiktionary: friet

friet
noun
  1. Speise: in Fett geröstete Kartoffelstäbchen

Cross Translation:
FromToVia
friet pommes frites fritepomme de terre coupée en bâtonnets et frite dans l’huile.